Tijdens het bezoek van pater John Auping SJ uit Mexico – opgegroeid in Joppe – in september 2018 aan onze geloofsgemeenschap om met ons het 150-jarig jubileumfeest te vieren is het idee geboren contact met elkaar te houden. Het voornemen van pater Auping is om ons periodiek, zo eens in de drie weken, een overweging gewijd aan een tekst uit het Evangelie met ons te delen. Wij zijn pater Auping zeer erkentelijk voor dit initiatief en wensen u veel devotie bij het lezen.
Klik hier voor Een Gids voor het mediteren op het Evangelie door pater Auping
De Verlossing
Johannes 1,1-18

“1 In het begin was het Woord en het woord was bij God en het Woord was God. 2 Dit was in het begin bij God. 3 Alles is door Hem geworden en zonder Hem is niets geworden van wat geworden is. 4 In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen. 5 En het licht schijnt in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan.
6 Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. 7 Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht, opdat allen door hem tot geloof zouden komen. 8 Niet hij was het Licht, maar hij moest getuigen van het Licht.
9 Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. 10 Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet. 11 Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet. 12 Aan allen echter die Hem wél aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden; 13 Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren. 14 Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. Wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, zulk een heerlijkheid als de Eniggeborene van de Vader ontvangt, vol genade en waarheid.
15 Wij hebben Johannes’ getuigenis over Hem toen hij uitriep: “Deze was het van wie ik zei: Hij die achter mij komt, is mij voor, want Hij was eerder dan ik.”
16 Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade. 17 Werd de Wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. 18 Niemand heeft ooit God gezien; de Eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.”
Eén tekst, twee mysteries
In het eerste hoofdstuk van zijn evangelie, belicht Johannes twee geheimen. Dat van de Schepping (vers 1-3 en 10b) en dat van de Verlossing (vers 4-18). We zullen daarom deze tekst twee maal mediteren. Drie weken geleden overwogen we de Schepping, nu zullen we dieper ingaan op het mysterie van de Verlossing.
Verlossing
De verlossing (Grieks: σωζω = verlossen, redden; σωτγρια = redding, verlossing) die Jezus ons brengt, heeft twee komponenten: in de eerste plaats, de vergeving van onze zonden; en in de tweede plaats, de genade van het eeuwigleven. Ook als de mensheid niet gezondigd zou hebben, zou het Woord van God mens geworden zijn, en ons door zijn verrijzenis deelgenoot gemaakt hebben aan het eeuwig leven. Gezien het feit dat de mensen gezondigd hebben, was het echter nodig, dat Jezus door zijn dood aan het kruis voor ons de genade van Gods vergeving verdiende.
Verlossing door de vergeving der zonden
Deze vergeving van onze zonden heeft twee implicaties: op de eerste plaats, de vergeving van de zonden van de wereld; en in de tweede plaats, de vergeving van uw persoonlijke zonden.
Wat betreft de verlossing van de wereld, bevestigt de evangelist een en ander met de volgende woorden: “God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered” (Johannes 3,17). En hij herhaalt het wat verder op in zijn evangelie, dit keer zijn woorden Jezus in de mond leggend: “Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld te redden” (Johannes 12,47). Als we het hebben over de verlossing van de wereld, gaat het niet zozeer om de wereld als de verzameling van alle individuen, maar eerder om de geschiedenis van de mensheid. Dank zij Jezus’ dood aan het kruis, heeft het christendom de richting van de wereldgeschiedenis veranderd. Eerst ging die gechiedenis de kant op van groeiende zelfvernietiging, en onderdrukking door wrede tyrannen, maar na Christus nam die geschiedenis een nieuwe richting, die van het respekt voor de mensenrechten, langzaam maar zeker, te beginnen met de bekering tot het christendom van de Romeinse keizer, tot de meer recente aanvaarding van de Verklaring van de Mensenrechten, in 1948, en de strijd om die mensenrechten te doen respekteren, in alle landen van de wereld. Er is op dit punt duidelijk een vooruitgang te zien in de geschiedenis.
Dan is er de vergeving van uw persoonlijke zonden. Jezus zegt:
“Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered” (Johannes 10,9).
En ook:
“Als Ik over Mijzelf getuig, dan heeft mijn getuigenis geen waarde. Er is een Ander die over Mij getuigt, en Ik weet dat de getuigenis die Hij over Mij aflegt, geloofwaardig is. Gij hebt een gezantschap naar Johannes gestuurd en deze heeft getuigd voor de waarheid. Weliswaar behoef Ik de getuigenis van een mens niet, maar Ik zeg dit opdat gij gered zult worden” (Johannes 5,31-34).
‘Door Jezus binnengaan’, betekent, deelname aan de sacramenten, vooral de eucharistie en de biecht, deelname aan de liturgie, aan het katholieke familie- en parochieleven, en aan de werken van barmhartigheid, in één woord: er aan ‘meedoen’, en niet vastlopen in het er ‘tegen zijn’.
Verlossing door de gave van het leven
Waar de heilige Paulus in zijn brieven, vooral in de brief aan de Romeinen en de eerste brief aan de Korinthiërs, aan het eerste component van de verlossingstheologie de nodige aandacht besteedt, namelijk de vergeving van onze zonden, en de bevrijding van de slavernij van de zonde, door het geloof in Christus, gaat de aandacht van de heilige Johannes’ meer uit naar het tweede component van de verlossingstheologie, namelijk dat Christus door zijn verrijzenis ons deelgenoten maakt aan het‘eeuwig leven’, zijn ‘goddelijk leven’, of kortweg ‘leven’. In dit evangelie, wordt de verlossing dus vooral gepresenteerd als ‘leven’ (Grieks, zelfstandig naamwoord: ζωη; werkwoord: ζαω). ‘Leven’ als zelfstandig naamwoord komt maar liefs 33 keer voor in het evangelie van Johannes, en slechts zeven keer in Matteüs, vijf keer in Markus, en vijf keer in Lukas; en ‘leven’ als werkwoord komt in Johannes 14 keer voor, in Matteüs zeven keer, in Markus, drie keer, en in Lucas, negen keer.
Johannes definiëert het ‘leven’ dat Christus ons breng als ‘goddelijk leven’. In feite, in zijn theologie, begint het ‘leven’ in God:
“In Hem was leven, en dat leven was het licht der mensen” (Johannes 1,4).
“Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo gaf Hij ook aan de Zoon leven in zichzelf te hebben” (Johannes 5,24).
Johannes heeft een idee van God als Degene die in zichzelf het ‘leven’ heeft. Daarmee wil hij zeggen dat God zijn leven niet van iemand anders ontvangen heeft, zoals een kind dat het leven van zijn ouders ontvangt. Dit vermogen het leven in zichzelf te hebben, is door de Vader aan de Zoon gegeven: “Hij gaf aan de Zoon leven in zichzelf te hebben” Dit ‘het leven in zichzelf hebben’ dat eigen is aan God, is een metafysieke intuitie van Johannes die twaalf eeuwen later door de heilige Thomas van Aquino werd hernomen, waar hij in aristoteliese termen God definiëert als ‘ipsum esse subsistens’, wat omschreven kan worden als ‘het zijn zelf dat immanent is in alles wat bestaat, en tegelijk alles wat bestaat transcendeert’. Het zijn zelf heeft geen oorzaak buiten zichzelf, het is. De evangelist komt heel dichtbij deze metafysieke definitie, wanneer Jezus zegt: “voor Abraham [geboren] werd, ben Ik” (Johannes 8,58). Het is opmerkelijk hoe de kontemplatieve blik van Johannes is doorgedrongen in de geheimen van Gods wezen.
Wat Jezus ons aanbiedt, volgens Johannes, is dit leven van God, vooral in de eucharistie: “Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij” (Johannes 6,57). Het gaat hier niet om een beetje leven, een grijs leven, maar leven in overvloed: “Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten en wel in overvloed” (Johannes 10,10 “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven” (Johannes 11,25). ). In één woord: “Ik leef en ook gij zult leven” (Johannes14,19). Dit vergoddelijkte leven is eeuwig, het begint hier op aarde, maar zal duren door de eeuwen der eeuwen. In het evangelie volgens Johannes, wordt maar liefst twintig keer verwezen naar het feit dat wij dor Christus het ‘eeuwig leven’ ontvangen.[1]
Een andere maner om hetzelfde uit te drukken is te zeggen dat wij door Christus kinderen van God worden: “Aan allen echter die Hem wél aanvaardden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren” (Johannes 1,12-13). Van alle eeuwigheid zijn er in God drie personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Op het einde der tijden zal deze heilige ‘Drie-eenheid’ uitgegroeid zijn tot de heilige ‘Miljoeneneenheid’: miljoenen zonen en miljoenen dochters die met Gods genade in God hun plaats hebben ingenomen, de plaats van de Zoon.
Dit betekent ook dat u, reeds in dit leven, deel kunt nemen aan de volheid van de heilige Geest, de Liefde die Vader en Zoon verenigt. De Heilige Geest in het evangelie is ‘levend water’, water dat in ons opborrelt als een bron, in de mate dat wij met God verenigd leven:
“Jezus gaf haar ten antwoord: “Als ge enig begrip had van de gave Gods en wist wie het is, die u zegt: Geef Mij te drinken, zoudt ge het aan Hem hebben gevraagd en Hij zou u levend water hebben gegeven” (Johannes 4,10).
“Wie van het water drinkt dat Ik hem zal geven, krijgt in eeuwigheid geen dorst meer; integendeel, het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een waterbron worden, opborrelend tot eeuwig leven” (Johannes 4,14).
“Op de laatste en grootste dag van het feest stond Jezus daar en riep met luider stem: ‘Als iemand dorst heeft, hij kome tot Mij; wie in Mij gelooft, hij drinke! Zoals de Schrift zegt: “Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.’ Hiermee doelde Hij op de Geest, die zij, die in Hem geloofden, zouden ontvangen” (Johannes 7,37-39).
Als u in Hem gelooft, en door middel van een zondeloos leven in Hem blijft, en Hij in u[2], neemt u reeds hier op aarde deel aan de volheid van de Geest en diens gaven en genaden: “Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen: genade op genade” (Johannes 1,16).
De aardse dimensie van het goddelijk leven
Als de evangelist het over ‘leven’ heeft, gaat het dus niet alleen om het eeuwig leven na onze dood. Reeds hier op aarde ontvangt u door het geloof de gave van het leven, in zijn lichamelijke, sociaal- economische, politieke, psychologische en geestelijke dimensies. In het evangelie van Johannes komt het woord ‘leven’ zonder het adjectief ‘eeuwig’ elf keer voor als zelfstandig naamwoord[3] en acht keer, als werkwoord[4]. In het evangelie, wordt de lichamelijke genezing als ‘redding’ gepresenteerd, bijvoorbeeld wanneer Jezus de vrouw met bloedvloeiing geneest.[5] In de 21e eeuw, zijn we niet langer afhankelijk van een wonder, maar van de vooruitgang in de medische wetenschap. Bijvoorbeeld, het is de wetenschap die op dit moment (september 2020) op het punt staat een vaccin te valideren, dat de wereld kan verlossen van de dood en verwoesting veroorzaakt door de COVID-19 pandemie, en het is de economische wetenschap die ons kan verlossen van de depressie die nu de meeste landen teistert, als gevolg van de pandemie.
Dan is er de verlossing op het social-ekonomiese en politieke vlak. In 1933 was de wereld-ekonomie in krisis: de Grote Depressie, gepaard met massieve werkeloosheid in Noord-Amerika, en de hyper-inflatie, ook gepaard met massieve werkeloosheid, in de Weimar-republiek van Duitsland, brachten miljoenen mensen tot wanhoop. Er waren toen twee heel verschillende reakties op deze ellende. In 1933, werd in de Verenigde Staten Theodore Roosevelt ingezworen als president en hij en de Engelse econoom John Maynard Keynes redden toen, door de toepassing van een voor die tijd revolutionair economisch en sociaal beleid, de Verenigde Staten en daarna de vrije wereld van het economische black hole van de Grote Depressie.[6]
Maar in datzelfde jaar 1933 werd Hitler in Duitsland tot rijks-kanselier benoemd. Hij en zijn misdadige nazi-vrienden begonnen toen de voorbereiding van de Tweede Wereldoorlog die het leven nam van 85 miljoen mensen, onder andere, 23 miljoen militairen en burgers in de Sovjet Unie en zes miljoen Joden, in de concentratiekampen. In een kristal-klare en ekonomies goed gefundeerd boek, heeft Martin Sandbu aangetoond dat we nu, rond 2020, voor hetzelfde dilemma staan als in 1933.[7] De technologiese vooruitgang en de groei van de diensten- en kennis sektor van de ekonomie, sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw, hebben miljoenen mensen in de manufakturen-industrie en de niet geautomatiseerde landbouw sektor werkeloos of onderbetaald gemaakt. Ook vandaag de dag, zoals in 1933, zijn er twee reakties op deze ekonomiese krisis: van de ene kant, zien we, zoals in Nederland, een makro-ekonomies en sociaal beleid dat nieuwe wegen inslaat om het verlangen van miljoenen mensen naar sociaal-ekonomiese welzijn te bevredigen; en van de andere kant zien we, in vele landen, een politieke regressie naar extreem-rechts, nationalistische en populistische partijen en bewegingen, die in sommige landen aan de macht komen. Deze strijd voor sociaal-ekonomiese rechtvaardigheid en politieke democratie, is duidelijk een belangrijk deel van Gods verlossingsplan. We zijn daar allemaal bij betrokken.
Ook is er de psychologiese genezing, waar ik meer over gezegd heb in een vorige meditatie: mensen die gekweld worden door een psychologiese ziekte, of een karaktergebrek, ervaren het als een echte bevrijding, wanneer ze daar door psychotherapie en gebed over heen komen.[8] Psychologiese gezondheid heeft te maken met sociaal-ekonomiese gezondheid. En vice-vera, het is wetenschappelijk bewezen dat sociaal-ekonomiese ongelijkheid een belangrijke oorzaak van psychologiese problemen is.[9]
Tenslotte is er de gave van het geestelijk leven. Ook daarover heb ik meer gezegd in een vorige meditatie.[10] Mensen, zoals Charles de Foucauld, die als ongelovig militair uitriep naar de hem onbekende God om zich aan hem te manifesteren, of Franciscus van Assisi en Iñigo van Loyola, die op hun ziekbed de leegte van hun werelds leven ervaarden, zochten en vonden God. Zij ervaarden dit als een overgang van een levenloos leven naar de volheid van leven, een reis van de levensdief naar de levengevende goede herder: “De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen; Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten en wel in overvloed” (Johannes 10,10). Zij leidden daarna, in een radicale navolging van Jezus, een met God verenigd leven.
Op dit punt aangekomen, moet u in zichzelf keren en u eerlijk afvragen waar u zich leeg voelt, waar u voelt dat u niet echt leeft, en u dan in geloof openstellen voor de gave van de goede herder: Hij zal u, met uw medewerking, leven in overvloed geven.
[1] ‘Eeuwig leven’ als zelfstandig naamwoord: ζωη αιωνιος: Johannes 3,15; 3,16; 4,14; 4,36; 5,24; 5,29; 5,39; 6,27; 6,40; 6,47; 6,54; 6,68; 10,28; 12,25; 12,50; 17,2; 17,3; als werkwoord: ζαω εις τα αιωνα: 6,51; 6,58.
[2] Zie 28e Meditatie op het Evangelie door pater Auping, In Hem blijven en vrucht dragen (Johannes 15,1-17).
[3] Johannes 5,24; 5,40; 6,33; 6,35; 6,48; 6,53; 6,63; 8,12; 10,10; 14,6; 20,31.
[4] Johannes 4,10; 4,11; 4,50; 4,51; 4,53; 5,25; 7,38; 14,19.
[5] “Uw geloof heeft u genezen” (Lukas 8,48). De Willibrord vertaling zegt ‘genezen’, maar in het Grieks zegt het evangelie ‘Uw geloof heeft u gered’.
[6] Zie Eric Rauchway, The Money Makers. How Roosevelt and Keynes Ended the Depression, Defeated Fascism, and Secured a Prosperous Peace, Basic Books, 2015
[7] Martin Sandbu, The Economics of Belonging. A Radical Plan to Win Back the Left Behind and Achieve Prosperity for All, Princeton University Press, 2020.
[8] Zie de 23e Meditatie op het Evangelie door pater Auping, Overgeleverd in handen van de mensen (Matteüs 20,17-28).
[9] Richard Wilkinson & Kate Pickett, The Inner Level. How More Equal Societies Reduce Stress, Restore Sanity and Improve Everyone’s Well-being, Allen Lane-Penguin Books, 2018.
[10] 28e Meditatie op het Evangelie door pater Auping, In Hem blijven en vrucht dragen (Johannes 15,1-17)
