door Wim Verholt
Iemand, die het afgelopen weekend eens een kijkje ging nemen in zijn ”in aanbouw zijnde nieuwe huis”, ontdekte een vogelnestje op de bovenverdieping. Hij zag er bijna vliegvlugge jongen over de nestrand kijken, zodat hij het jammer vond als het nest door de bouwwerkzaamheden verloren zou gaan. Via de telefoon vroeg hij om advies en beschreef me tevens het vogeltje. Noch hij, noch de aannemer hadden eerder zo`n vreemd vogeltje gezien. De beschrijving was: helemaal zwart met oranje-rode staart en ongeveer zo groot als een Vliegenvanger. Ik heb hem gezegd, dat we onmiskenbaar te maken hadden met de Zwarte Roodstaart. Dit vogeltje dankt zijn naam aan de boven omschreven kleuren. Het vrouwtje is wat bruiner en ook het rood van de staart is minder fel. Het zijn oorspronkelijke rotsbewoners en maken dan ook graag in de steden gebruik van de rotspartijen die de mensen gebouwd hebben. Ook de nog in aanbouw en glasloze huizen bieden voor deze vogels voldoende nissen en richels om een nest te bouwen. Het mannetje zingt meestal op een hoge opvallende plaats. Wanneer roodstaarten ergens een zitplaats hebben uitgekozen, zien we, dat ze steeds met hun opvallende rode staart trillen.
Wat algemener verspreid, maar de laatste jaren in aantal afnemend, is de Gekraagde Roodstaart. Dit vogeltje heeft een zwart gezicht en keel met wit voorhoofd. De rug is blauw-grijs en de flanken en borst zijn rood-bruin. Zoals zijn naam aanduidt, is ook zijn staart rood. Als jongen vond ik het net een van de drie koningen van ons kerststalletje thuis, die had ook een zwart gezicht, rode mantel en een witte hoofddoek. Het vrouwtje is bijna gelijk aan het wijfje van de Zwarte Roodstaart, bruin-achtig met roest-bruine staart. Deze schutkleuren beschermen het broedsel.
De Gekraagde Roodstaart broedt graag in nestkastjes, het is ook een holenbroeder, maar leeft meer in de bossen. Merkwaardig en verontrustend is, dat deze soort steeds minder voorkomt in onze omgeving. Hopelijk zal het aantal weer wat toe nemen, want het zijn sieraden onder de trekvogels, die slechts enkele maanden onze omgeving verfraaien.