door Toon Brekelmans, Kerkhistoricus
Een kazuifel is het voornaamste liturgisch gewaad van de priester. De naam is afkomstig van het Latijnse ‘casula’, dat huisje of hutje betekent. Middeleeuwse schrijvers geven een verklaring. Zoals een huisje de hele mens omgeeft, zo ook het kazuifel dat de priester draagt. Het had namelijk oorspronkelijk alleen boven een opening voor het hoofd, bekleedde het hele lichaam en reikte tot aan de voeten.
Het was al in de Romeinse oudheid een bovenkleed voor iedereen. De kerk heeft dit overgenomen voor haar liturgie. In de twaalfde eeuw werd het klokvormig kazuifel aan weerszijden korter gemaakt. Dit was een praktische maatregel om armen en handen meer vrij te maken voor liturgische gebaren. In de achttiende eeuw werd heel het kazuifel korter gemaakt en werden de zijkanten helemaal weggelaten. Het werd het Romeinse kazuifel en door geestelijken schertsenderwijs ‘vioolkist’ genoemd. In de volgende eeuw kwam het zogenaamde gotische kazuifel in gebruik, een ruim misgewaad met zijkanten die de bovenarmen bedekten. Dit zijn in de loop van de geschiedenis de voornaamste modellen.
Kerkelijke schrijvers en oude rituelen voor de priesterwijding noemen de symboliek van het kazuifel. De wijdende bisschop zei tot de priesterkandidaat: ‘Ontvang het priesterkleed (vestem sacerdotalem) dat de liefde betekent. Moge de almachtige God uw liefde, uw volmaaktheid, doen groeien…’ Zoals het (oude) kazuifel de hele priester omhulde, zo moet ook de liefde van de priester alle mensen betreffen. Middeleeuwse en latere missalen hebben voorgeschreven gebeden die de priester moest verrichten bij het zich aankleden voor de mis. Een gebed bij het aandoen van het kazuifel uit het sacramentale de Séez (elfde eeuw): ‘Bekleed mij, Heer, met het gewaad van liefde en vrede, opdat ik helemaal beschermd door deugden weerstand kan bieden aan de ondeugden en vijanden van lichaam en geest.’ Hier symboliseert het kazuifel niet alleen de liefde maar ook de weerstand tegen het kwaad. Het is een toespeling op de tekst van Paulus (1 Tess. 5,8): ‘…omgord met het harnas van geloof en liefde.’
Symbolisch zijn ook de voorstellingen op het kazuifel zoalshet kruisop de achterkant en de liturgische kleuren, maar dat is een ander verhaal.