“Samen op weg, biddend en zingend. Dat ontroert me.”
Op één warme zomerdag (2019) heb ik een gesprek met Germaine Wijnands-van der Lande. Ze is een gedreven voorzitter van de pastoraatsgroep, een betrokken en warme vrouw met hart voor een duurzame toekomst van onze kerk en in het bijzonder van onze geloofsgemeenschap in Joppe. Ze houdt er van om in harmonie met mensen iets moois te bereiken. Ze is precies en ze geeft uiting van haar fijne gevoel in kleurrijke zorg tot in het detail, al is het een prachtig boeketje op de tafel. Ontmoet een kleurrijke en lieve vrouw.

De ziel van onze kerk wordt gevormd door mooie en bijzondere mensen, die ieder op zich zo verweven zijn met onze kerk dat ze er om zo te zeggen de levende stenen van zijn. In de rubriek Ontmoet maakt u kennis met een persoon uit onze geloofsgemeenschap Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming. Wat verbindt hen met Joppe en wat doet het geloof met hen. Vervolgens werd hen gevraagd het stokje aan een ander door te geven en dat gebaar verbindt ons met elkaar. Harry van Bruinessen gaf het stokje voor het laatst door aan Germaine.
Op een van de warmste dagen van het jaar, word ik hartelijk ontvangen door Paul en Germaine Wijnands. Zittend aan de keukentafel met een fris glas water aangelengd met heerlijke vlierbessenbloesemsiroop komen we tot een mooi gesprek.
Wie ben je?
Gezin Van der Lande
Ik ben de oudste van een gezin van 5 kinderen. Eerst drie meisjes, Germaine, Olga en Carla, later maakten mijn broers Jan en Geert het vijftal compleet.
In ben gezegend met lieve en verstandige ouders (Jan en Olga van der Lande – Wolters) die een goed, evenwichtig huwelijk hadden en die goede sfeer hebben zij doorgegeven aan hun kinderen. Mijn vader, geboren in Deventer, was als directeur van de textielfabriek HTM (later Hatéma) in Helmond vaak laat thuis en veel op zakenreis. Maar zijn aandacht voor ons heeft daar niet onder geleden. Mijn kinderen noemen dat nu ‘quality time’
School
Ik ben op 29 juni 1952 in Mierlo (nu gemeente Geldrop-Mierlo) geboren en wij woonden in een verbouwde molen gelegen te midden van de korenvelden. Toen ik 10 jaar geleden aan de molen voorbij reed, zag ik tot mijn schrik dat de graanakkers waren volgebouwd en de wieken van de molen waren verwijderd. Mijn lagere schooltijd bracht ik door op de H. Lucia-school, een meisjesschool in Mierlo met o.a. soeur Alexandrine en Electa (zusters Franciscanessen). Als kind kon ik mezelf goed amuseren, maar vond het ook heerlijk om te spelen met vriendinnen. Ik tekende en schilderde graag. Mijn zusjes en ik waren echte poppenmoeders en ik maakte zelf de poppenkleertjes. Ik kreeg pianoles en werd lid van de tennis- en later van de hockeyclub. Omdat we buiten woonden betekende dat veel uurtjes op de fiets.
Mijn middelbare schooltijd ben ik gestart op het gymnasium van het Catharina Lyceum in Eindhoven. Door gezinsuitbreiding van de broers werd de molen te klein en verhuisden wij naar Duizel, een van de ‘Acht Zaligheden’ in de Brabantse Kempen. Dat betekende voor mij ook een nieuwe school en zo verruilde ik het gymnasium voor de MMS (middelbare meisjesschool). Op Koningshof (de nieuwe school) resideerden weer nonnen. Het was een gezellige tijd met veel vriendinnen en ik speelde een actieve rol in klasse- en schoolbestuurtjes. Omdat ik bij het behalen van mijn eindexamen nog jong was, vonden mijn ouders het verstandig dat ik voor mijn talen naar het buitenland ging.
Kostschool
Ik startte in Engeland op een school met meisjes van allerlei nationaliteiten. Ik vond het best spannend voor de eerste keer voor langere tijd het veilige honk te verlaten, met twee onbekenden een kamer delen en alleen met Kerstmis en Pasen naar huis gaan. Naast de culturele bagage heb ik er een geweldige sociale scholing doorgemaakt. De school werd geleid door Ierse nonnen en dat betekende een regelmatige gang naar ‘the Chapel’ voor de H. Mis. ’s Zondags verstopten wij onze nachtpon onder de maxi-jas, die toen in de mode was en kropen dan na de Mis weer gauw in bed om uit te slapen!
Na Engeland vertrok ik nog voor de Franse taal naar Zwitserland. Ook hier voerden nonnen de scepter en was er naast de studie veel tijd om te skiën.
Studie
Van 1971-1976, heb ik in Hasselt (België) mijn opleiding tot binnenhuisarchitect gedaan aan het Provinciaal Intituut voor Architectuur. Een hele nieuwe creatieve sfeer, redelijk schools vergeleken met bijvoorbeeld de Rietveld Academie in Amsterdam. Ik woonde er op kamers – op kot zoals de Belgen zeggen- in een huis met drie vriendinnen. Na het behalen van mijn diploma in 1976 ben ik in dat zelfde jaar getrouwd en vanuit mijn toenmalige woonplaats Bilthoven bij Ruijs Adviesbureau voor Binnenhuisarchitectuur gaan werken. Ik dacht dat ik na vijf jaar studie heel wat wist, maar de discrepantie tussen opleiding en de praktijk is groot! Dan blijkt eens temeer dat naast je creativiteit je psychologische capaciteiten onmisbaar zijn. In 1978 ben ik verhuisd naar Vught, waar in 1980 en 1982 respectievelijk Servaas en Wijnand zijn geboren. Na de geboorte van mijn oudste zoon ben ik van huis uit verder gegaan met adviesopdrachten en heb ik Ruijs ingeschakeld voor de uitvoering van mijn werk. Vanaf 1983 heb ik mij als zelfstandige gevestigd. Ofschoon ik nu 43 jaar in het vak zit, word ik iedere keer opnieuw uitgedaagd om voor en met een opdrachtgever iets te creëren waarbij mijn uitgangspunt altijd is dat de opdrachtgever, zijn geschiedenis en zijn woonplek centraal staan. Ik vertaal de ‘woonwensen’. ‘Wonen is comfort, maar ook emotie’.
Voor wat betreft je werk, wie zijn of waren je inspirators?
Germaine vertelt dat tijdens haar opleiding er een studiereis naar Nederland is gemaakt waar ze o.a. werk van Herman Herzberger (Centraal Beheer) en Piet Blom (Paalwoningen) – in die tijd helemaal toonaangevend door hun gebruik van eerlijke materialen, hout, beton, steen en zichtbare constructies – hebben bezocht.
Van Corrie Ruijs, binnenhuisarchitecte en haar broer Jan Ruijs, decorateur, heeft ze heel veel geleerd. Zij waren haar eerste werkgevers en betrokken haar bij hun projecten zodat Germaine praktijkervaring op kon doen om die kennis later zelf toe te passen.
In Engeland was ze in de jaren zeventig geïnspireerd door David Hicks, decorateur met originele combinaties van oude meubels in een nieuw jasje en Tricia Guild een verfrissend voorbeeld met haar nieuwe stoffenontwerpen. Tijdens een bezoek aan London bezocht ze haar showroom en kwam ze enthousiast met een koffer vol staaltjes thuis.
Familie Wijnands
Na mijn eerste huwelijk waarin twee zonen Servaas en Wijnand zijn geboren, ben ik in 1984 gelukkig getrouwd met Paul. Samen hebben we een zoon Geert-Jan. We hebben vijf kleinzonen in de leeftijd van 8, 6, 4 en 5 en 3.
Wat doet het met jou de ontwikkeling van de gezinnen en het hebben van vijf kleinzonen?
Germaine is heel erg gesteld en trots op haar zonen en hun partners. Nu ze grootmoeder is kan ze genieten van hoe haar kinderen zich als ouder gedragen en hoe de kleinkinderen zich ontwikkelen. Toen haar eigen kinderen zo jong waren, was er weinig tijd om zich hierover te verbazen. Ze is geen oppasouder, maar valt in als er nood is. De oudste twee zonen wonen met hun gezin in Den Haag en in Oegstgeest. Helaas wat ver weg van Epse. En Geert-Jan, de jongste, zelfs in Barcelona. Tijdens logeerpartijen in Epse ziet ze hoe de jongens kunnen genieten van buiten en de ruimte. Dan wordt er gevoetbald, gehockeyd, geknutseld of in de zomer aan de IJssel gepicknickt. Heerlijk vinden Paul en zij het om samen iets te ondernemen. Zo bezochten ze vorig jaar met haar verjaardag het Kröller-Müller Museum, waar voor de kinderen een beeldenspeurtocht was uitgezet. Hilarisch, maar zij waren op zoek naar de kleinkinderen in plaats van de kleinkinderen naar de beelden! Heel waardevol vindt zij de één op één contacten met de kleinkinderen, met Frits, de oudste, alleen naar de dierentuin en hem de weg laten wijzen of bijvoorbeeld met Teun, de jongste, uit lunchen. Teun is dol op eten en in de kortste keren was de ‘grote mensen tosti’ achter de kiezen. Toen we naar huis liepen verzuchtte hij dat zijn buik pijn deed, maar toen we na een korte wandeling thuis waren, wreef hij over zijn buik en zei: “bonma, mijn buik voelt weer hongerig” . “Samen aan tafel zitten, vind ik heerlijk”, zegt Germaine. Omdat de kinderen niet naast de deur wonen, organiseren we op gezette tijden iets om elkaar te zien. Traditiegetrouw vieren we het Sinterklaasfeest met surprises en gedichten. Nu ons gezin is uitgebreid met meisjes zijn ook de gedichten van mijn jongens in kwaliteit en lengte toegenomen! Kerstmis wordt in gezinsverband gevierd en met het kooktalent van onze zonen, is het ook een feest van ons allemaal. Van huis uit heb ik meegekregen dat iedereen welkom is en zo worden er soms ook op de kersttafel borden bijzet. De kinderen zijn druk met hun eigen leven, werk en gezin. Zoals het vaak gaat met jongens, neemt Germaine meestal zelf het initiatief om met hen te bellen.
De rol van vrijwilliger
In Duizel was mijn vader voorzitter van het schoolbestuur en vice-voorzitter van toenmalige kerkbestuur. Nu is de geloofsgemeenschap een van de kerkdorpen van de St. Willibrordus parochie. Hij heeft zich ingezet voor een nieuwe begraafplaats bij de oude toren van de kerk St. Jan de Doper in Duizel. Ik herken mijzelf in hem. Actief zijn in de gemeenschap, in het dorp waar je woont.
Na onze verhuizing naar Epse, las ik in het parochieblaadje dat er een vacature in de pastoraatsgroep was. Al bij mijn eerste kennismaking voelde mij thuis. Sinds het vertrek van Willem Achtereekte als voorzitter heb ik zijn taak overgenomen, maar daar wel de voorwaarde aan verbonden dat ik deze taak heel graag, in overleg met de andere leden, op me wilde nemen. Het was niet de eerste keer dat ik betrokken was bij parochiewerk. Voorheen was ik actief in de St. Jansparochie in Laren NH en in de St. Martinus parochie in Twello. Als ouder wilde ik actief betrokken zijn bij de Eerste Heilige Communie omdat de kinderen op een niet katholieke school zaten. En zo rolde ik van het een in ’t ander, zoals de kindernevendiensten en familie vieringen.
Voor iets wat ik de moeite waard vind, wil ik mij graag hard maken. Naast de verdieping van het geloof kon ik zo ook wortel schieten in Laren NH en later in Twello. In Laren gaan Paul en ik nog naar de jaarlijkse St. Jansprocessie die op of rond 24 juni, feest van Johannes de Doper, plaats vindt. Samen op weg, biddend en zingend. Dat ontroert me.
In 2018 heeft de geloofsgemeenschap haar 150-jarig lustrumfeest gevierd.
Hoe kijk je hierop terug?
Ik heb er een heel goed gevoel aan overgehouden. Het was prachtig dat we dit feest met zoveel gezamenlijke energie hebben kunnen neer zetten. De fantastische lustrumcommissie waarmee we anderhalf jaar hebben gewerkt aan de voorbereiding van alle bijzondere ijkpunten in 2018. Iemand kan de kar nooit alleen trekken en dan is het zo mooi om te ervaren dat door de input van iedereen in de commissie en ook daar buiten een bijzonder gevoel van verbondenheid groeit. Voor mij een motivatie om ons geloof levend te houden. Daar draait het om. De lezing ‘De tijd kantelt’ van Herman Agterhoek in mei jl. en de bezinningsavond is een eerste initiatief van de pastoraatsgroep en we willen dit initiatief verder uitbouwen. We willen samen met de gelovigen in gesprek over hoe we de geloofsgemeenschap in de toekomst vorm blijven geven
Wat betekent het geloof voor jou?
Door in de genoemde werkgroepen actief bezig te zijn met het geloof zorgde en zorgt voor verdieping van mijn geloof. Als ik niets voel, droogt het op. Ik bid niet veel, maar ik kan me gesticht en ontroerd voelen door samen te zingen of door het lezen van een mooie tekst. Ontroerd was ik toen wij op ons lustrumfeest in processie van de kerk naar Huis Joppe liepen. Die emotie ervoer ik ook toen ik met mijn zusje Olga een H. Mis bijwoonde in de ‘Eglise Saint- Symphorien’ in Versailles. Het is ook het gevoel van onderdeel te zijn van een groot geheel, de Rooms Katholieke Kerk een wereldkerk. Dit gevoel had ik ook toen Paul en ik in Sorrento in Italië per toeval in een in H. Mis met eerste communicanten belandden. De herkenning van onze vaste riten, samen zingen en elkaar de Vrede van Christus wensen. Vorig jaar maakten wij op weg naar Geert–Jan in Barcelona een tussenstop bij pater Jan Hulshof, Marist, die bij ons ook als emeritus is voorgegaan, en nu in het moederhuis van de Maristen in de buurt van Lyon woont. Wij waren even deel van het kloosterleven, het dagelijks ritme van de paters (het waren er ongeveer acht), hebben met hen gebeden, gepraat en gegeten. De persoonlijke levensverhalen van de paters en hun leven in alle eenvoud hebben mij aan het denken gezet.
Aan de hand van voorbeelden geeft Germaine aan wat het geloof voor haar ten diepste betekent. Haar peetoom en grootvader, Anton van der Lande, was de oudste van 12 kinderen. Hij bleef niet betrokken bij het bedrijf van zijn vader, J.C.L. van der lande, eigenaar van de Deventer meelfabriek Noury & Van der lande, maar ging verder in de textiel in Brabant. Hij bracht zijn leven in Brabant en Limburg door en toen hij op 26 december 1981 op 91-jarige leeftijd overleed, werd hij bijgezet in de crypte van de Abdij Sint Benedictusberg Mamelis in Vaals. Zijn kist werd gedragen op de schouders van de paters over de trappen van het atrium. “Toen ik naar boven keek zag ik een strakblauwe lucht, en dacht er is inderdaad meer dan een leven op aarde.” Zichtbaar geroerd neemt ze een slokje water.
Mijn zusje Carla is helaas op 50 jarige leeftijd in 2006 overleden aan borstkanker. Ze was dol op haar vader en toen iemand vertelde ‘je vader heeft haar ontvangen’ voelde dat voor mij als een geruststelling. Het klinkt misschien raar, maar voor mij voelde het goed dat ze was opgenomen ‘daar boven’.
Is er een lied dat je aanspreekt?
‘Bist Du bei mir’ van J.S. Bach. Voor het eerst heb ik dit prachtige lied gehoord in de huwelijksmis van mijn oudste vriendin. En iedere keer opnieuw word ik hierdoor geraakt.
Zou je een mooie herinnering aan de kerk willen delen?
Als baby van 14 dagen belandde ik met dubbele middenoorontsteking in het ziekenhuis. Mijn ouders waren vreselijk bezorgd en hebben mij als dank lid gemaakt van de broederschap van OLV van Den Bosch.
Maar het begrip van de kerk is breder.
In mijn eindexamenjaar heb ik voettocht van Pax Christi gelopen. Vanuit allerlei plaatsen in de omgeving van den Bosch trok je met je kapittel op, sliep in boerderijen en toen heb ik leren praten over het geloof met leeftijdgenoten. Weer thuis werd de discussie over geloof weggewuifd. Echter toen er een reünie georganiseerd moest worden voor ons kapittel, dat bestond uit 20 mensen, kon dat bij ons thuis. Iedereen bleef slapen. De Mis werd in de eetkamer opgedragen door de Aalmoezenier en tijdens de Communie deelden we gewoon brood. Het was fijn dat ons thuis een gastvrij thuis was en mijn ouders zich toch openstelden voor gesprekken met jongeren. Als oudste moest ik altijd het spits afbijten.
Wil jij je levensles met ons delen?
Ik ben een mensenmens en vind het belangrijk dat als je uit respect handelt, rekening houdt met elkaar. Dat kan ook in kleine dingen zitten en ik denk dat je zo de ander in zijn of haar waarde laat. Ik houd van harmonie en niet van ruzie. Een mooi gezegde van mijn ouders, eigenlijk van mijn overgrootmoeder, is: “laat nooit de zon in gramschap ondergaan “. Voor mij is het belangrijk om, wanneer er onenigheid is, de dingen uit te praten en niet te lang laten liggen. Vertrouwen hebben is iets wat ik tegen mijn kinderen zeg. Zij denken dat zij in een maakbare wereld leven.
Hoe kijk je tegen de dood aan?
Het klink heel gek, maar ik denk niet dat ik bang ben. Het is ook nog een abstract begrip.
Iedereen krijgt op zijn levenspad wel iets waar je mee moet leren omgaan. Toen ik hoorde dat ik reumatoïde artritis heb, schrok ik. Inmiddels heb ik geleerd dit in te passen in mijn leven. En bij het bericht van de borstkanker van mijn zusje kwam, na de eerste reactie van ongeloof ‘kanker zit niet in onze genen’, de dood heel dichtbij.

Wat wens je de geloofsgemeenschap Joppe toe?
Ik ben dankbaar dat ik hier in Joppe terecht ben gekomen en ik ben trots op de pastoraatsgroep, jong en oud. We zijn allen zeer betrokken en ieder draagt zijn en haar steentje bij.
We zijn serieus, eerlijk, lachen veel en hebben humor met elkaar.
Sinds een paar jaar werken we in onze parochie HH. Twaalf Apostelen in clusterverband (ons cluster heet Quintus) niet alleen om praktische zaken maar ook om geloofsvragen met elkaar te delen. Voor iedereen was dat wennen in het begin, maar inmiddels voelt het als een waardevol team. Ik wens dat we in deze mooie kerk kunnen blijven vieren. Dat we het kerk-zijn door kunnen geven aan de volgende generatie en dat is tegelijk het heikelijke punt na onze geschiedenis van 150 jaar.
