Onze organist, Theo kan zich zijn leven niet voorstellen zonder kerkmuziek en geloof, want dat is één. Zijn liefde voor de kerkmuziek is gegroeid door eigen ervaringen. Zo spreekt Theo van een oergevoel als bij de uitvaart in de jaren 80 van zijn Heeroom oude gregoriaanse teksten uit de jaren 50-60 worden gezongen. Deze worden namelijk uit het blote hoofd meegezongen. Ook door te luisteren naar de muziek bij de uitvaart van zijn vader groeit het besef wat het effect van muziek is. Dat alles maakt hem tot de organist zoals wij hem mogen beluisteren.
De ziel van onze kerk wordt gevormd door mooie en bijzondere mensen, die ieder op zich zo verweven zijn met onze kerk dat ze er om zo te zeggen de levende stenen er van zijn. In de rubriek Ontmoet maakt u kennis met een persoon uit onze geloofsgemeenschap Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming. Wat verbindt hem met Joppe en wat doet het geloof met hem. Vervolgens wordt hen gevraagd het stokje aan een ander door te geven en dat gebaar verbindt ons met elkaar.
Wie ben je?
Ik ben geboren in Barlo, Gemeente Aalten, als vijfde, met 3 broers en 4 zussen, in een uitgesproken R.K. gezin. In mijn herinnering was vooral mijn moeder nogal extreem in haar geloof. Als kind kijk je daar anders naar dan als volwassene. Het is dus geen wonder dat ik, en ik niet alleen, mij daar in mijn puberteit tegen ging verzetten. Dit alles werd nog versterkt door de rol van mijn Heeroom, bouwpastoor in Amsterdam-Noord, die alles in het werk stelde om mij en mijn broers naar het Seminarie te loodsen. Twee van mijn broers gingen wel, maar haakten later weer af. Ik wilde niet, en dat is mij heel lang min of meer kwalijk genomen. Althans zo voelde het voor mij. Helaas heb ik er met hem nooit over gesproken. Toen de tijd er rijp voor was, was hij overleden.
Begin jaren 70’, na de Kweekschool, ging ik in het R.K. onderwijs werken, en dat “kon er mee door”. Zeker toen dat de Kathedrale Koorschool in Utrecht werd, een select gezelschap van koorzangertjes, die naast het regulier onderwijs een gedegen koorscholing kregen. Theo lacht tevreden.
http://www.koorschool-utrecht.nl/
Onderwijs
Deze unieke Lagere School (wat nu de basisschool is) was nauw verbonden met het Kathedrale Koor Utrecht en met het Nederlands Instituut voor R.K. Kerkmuziek. De studenten koordirectie hadden “levend oefenmateriaal” en het Kathedrale Koor had geoefende kinderstemmen. Ik werkte als klassenonderwijzer “in de schaduw van de Aartsbisschop”, dus dat viel goed bij mij thuis. Ik woonde met mijn vrouw Gonny Wopereis in Vianen. We kregen twee kinderen, Bastiaan en Renate, en zijn nu de trotse grootouders van drie kleindochters.
In deze Utrechtse tijd zat ik dicht bij het vuur: door allerlei cursussen te volgen kon ik mijn muziektheoretische kennis uitbreiden en zo leerde ik “het klappen van de zweep”. Een unieke tijd, die mij voor altijd heeft verbonden met de Kerkmuziek.
In 1975 hebben wij gehoor gegeven aan onze wens wat dichter bij onze ouders te wonen. Het werd Deventer, waar ik tot 1980 heb gewerkt aan de Bernardusschool in de Broederenstraat. Daar was ik jarenlang de “meester van de tweede klas”, wat inhield dat ik in overleg met de pastoor de voorbereiding op de Eerste Heilige Communie op me nam, inclusief het aanleren van de bijbehorende liedjes. Ouderparticipatie bestond nog niet.
In die periode heb ik ook de families Wagemans en Stoelinga leren kennen, mensen die ik nu hier in Joppe weer tegen kom! De hang naar Deventer is bij ons altijd gebleven, en zo zijn we in 2012 na 15 jaar Gorssel weer naar Deventer verhuisd.
Helaas had de school begin jaren 80 te weinig leerlingen, waardoor ik moest afvloeien. Op dat moment was er een vacature in Joppe. Ook een Bernardusschool. Ik wist niet van het bestaan van Joppe, noch van de school, noch van de kerk. Ik zag er van af en ging werken in het Voortgezet Onderwijs in Zutphen. Echter tijdens een personeelsfeestje hadden we een speurtocht per fiets en was de kerk in Joppe één van de controleposten. Toen wist ik nog niet dat ik in 1988 in diezelfde fraaie kerk organist zou worden. Mijn aanstellingsbrief werd getypt door de toenmalige secretaresse Paula Haarman.
De laatste 10 jaar op school, na de voortdurende fusiegolf, was ik in Zutphen Remedial Teacher. Sinds mijn pensionering in 2011 speel ik ook regelmatig in de Martinuskerk in Vaassen, en een enkele keer in Deventer, zolang het nog kan.
Organist
In Vragender, Gemeente Lichtenvoorde, was ik van kinds af aan koorzanger. Toen er op een dag, ik was toen een jaar of 17, geen organist meer was werd tegen mij gezegd: “Theo, kom jij eens hier zitten op die lege orgelbank”. Ik kreeg een paar studieboeken en de sleutel van het koor, en terwijl mijn vrienden voetbalden zat ik urenlang te oefenen in een koude kerk. Mijn ouders vroegen zich ongerust af of ik nog wel huiswerk maakte! Gelukkig waren er twee fraters Maristen uit het klooster “Loreto” uit Lievelde, die af en toe kwamen spelen, toen ikzelf nog niet zo ver was om het helemaal zelf te doen. En weer kom ik in Joppe een oude bekende tegen. Eén van die twee Fraters was Jan Hulshof, nu woonachtig in Deventer, en een enkele keer in Joppe actief als voorganger in de Eucharistie!
In een Eucharistieviering in Deventer, waar Pater Hulshof voorging en ik speelde, was er een lezing over “het zaad dat deels in vruchtbare en deels in rotsachtige aarde viel”. Na afloop bij de koffie constateerde hij dat “het orgelzaad goed gevallen was”.
Met open oog en oor zat ik te kijken en te luisteren naar het spel van de fraters, met een steeds groeiende wens om dat zelf ook te kunnen. In diezelfde tijd was ook de overgang van Latijnse naar Nederlandstalige liturgie, een roerige tijd! Het eerste lied dat ik leerde spelen was “Dit is de dag”. Elke keer als we dat nu zingen, zie ik de hele film weer voor me.
Wat is je rol binnen de geloofsgemeenschap?
Omdat ik altijd boven op mijn eigen favoriete plekje zit, ken ik veel mensen van “beneden” vaak alleen van gezicht, en andersom, de mensen kennen mij niet. Het koffiedrinken na afloop van de viering heeft daar verandering in gebracht, en vind ik daarom heel waardevol.
Het begon voor mij allemaal met een oproep in het Deventer Dagblad, gevolgd door een telefoontje met Annie Gerritsen, de toenmalige secretaresse van het koor. Daarna heb ik één repetitie meegemaakt als toehoorder, en bij de volgende repetitie zelf gespeeld. De rest is geschiedenis.
Een bekend raadsel onder organisten is de vraag: “Noem 2 dingen in de kerk die met een T beginnen”. Antwoord: “Taltaar en Torgel”, ofwel “beneden en boven”. Ook in een raadsel zit een waarheid verborgen, immers het koor vormt met haar zang en muziek de verbinding tussen die twee. Het koor heeft altijd een dienende functie in de liturgie. Met andere woorden het doel van het koor is niet het geven van een “uitvoering” maar deelnemen aan de liturgie. En deze rol geldt zeker ook voor de organist. Een nieuwe, positieve ontwikkeling is het kinderkoortje tijdens de familievieringen, waarbij ik ook met de kinderen mag oefenen en spelen. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!
Wat is typisch Joppe?
Wat mij in de Geloofsgemeenschap Joppe aanspreekt is wat ik altijd noem “de menselijke maat”. De saamhorigheid, de belangstelling voor elkaar is van onschatbare waarde. Mijn wens voor deze Geloofsgemeenschap is dat de recente ontwikkelingen zoals die elders plaatvinden ons bespaard blijven!
Wat heeft het geloof voor een waarde in je leven?
Theo vergelijkt de kerk van zijn jeugd met de kerk van nu. Van een angstaanjagende kerk naar een blije en hoopgevende kerk, waarin vrede en gerechtigheid voorop staan. Theo hoopt van harte dat de invloed van paus Franciscus daarin nieuwe wegen wijst. Grote moeite had en heeft hij met het misbruik binnen de Kerk, en Theo hoopt van harte dat dit hoofdstuk kan worden afgesloten!
“Voor mij vormen geloof en kerkmuziek één geheel, en daar probeer ik een bijdrage aan te leveren. Tijdens de uitvaardienst van mijn vader in 1995 hoorde ik de bekende gregoriaanse gezangen als luisteraar, en kwamen ze bij me binnen zoals ze bedoeld zijn. Toen voelde ik het pas. Ik denk dat ik het daarvoor doe. Natuurlijk moet de muziek in de kerk technisch zo goed mogelijk worden uitgevoerd, en nooit uitsluitend op de automatische piloot, maar altijd met bovenstaande gedachten in het achterhoofd. Voor mij is de muziek de ingang.”
Heb je een lievelingslied, psalm of gebed en zo ja, welke is dat? Waarom?
Het eerste lied dat Theo noemt is het lied Tenebrae factae sunt dat gezongen wordt in de Goede Week. Theo ziet de noten voor zich en zijn handen “spelen” het lied op het tafelkleed.
Voor de Kersttijd noemt hij het welbekende lied Puer Natus in Bethlehem van J.S. Bach.
Wat de meerstemmige missen betreft denkt Theo terug aan zijn jonge jaren en zijn eerste mis als organist, de Missa Tertia van Michael Haller, die het koor nu nog regelmatig zingt.
Wat is jouw mooiste herinnering aan de kerk?
Behalve de vele koorherinneringen vond ik het ook heel leuk om elk van mijn kleindochters op 7-jarige leeftijd een keer mee te nemen naar het orgel. Na afloop mochten ze dan spelen in een lege kerk, en dat werd vooral Vader Jacob. Alleen de jongste van de drie speelde het helemaal foutloos en vroeg op de terugweg naar huis: “Gaan we dat nog een keertje doen?”
Een tijdje geleden was een deel van mijn familie in onze kerk en kwamen ze na afloop met z’n allen naar boven. Dat vond ik heel schattig van hen en het was een leuke ervaring!
Mijn Heeroom waarover ik eerder sprak is in de jaren ‘80 overleden. De uitvaardienst vond plaats met heel veel paters Augustijnen en op het kerkhof werd er gregoriaans gezongen. Oude teksten uit de jaren 50-60. Niemand beschikte over bladmuziek en men zong alles uit het blote hoofd. Wonder boven wonder kwamen ook bij mij al die teksten als uit ’t niets naar boven en kon ik alles meezingen. Het was een oerervaring. Dat is nou het effect van muziek!
Wat is je favoriete kerk, plek in of rondom de kerk?
Op vakantie of op willekeurige plaatsen loop ik elke kerk in waarvan de deur open staat, en gaat mijn blik al snel naar boven, naar het orgel. In eigen omgeving loop ik graag de Oude of Lebuïnuskerk binnen, en ook de onlangs fraai gerestaureerde Broederenkerk, waar ik vroeger met mijn leerlingen zong. En in Joppe is mijn favoriete plek natuurlijk de orgelbank.
Een gedroomde tafel van vier, jij bent de gasteer. Wie nodig je uit?
Ik zou graag Ton van Koppen uitnodigen, omdat we op heel veel dingen dezelfde kijk hebben. Op de koorzolder zat Ton dicht bij het orgel en keek toe wat ik deed. Ik probeerde hem overal bij te betrekken. Helaas kan hij door ziekte niet meer komen. Verder nodig ik graag uit pastor Leisink, een sociaal bewogen mens. Ik vind het een bijzondere man en hij zegt vaak dingen die mij aanspreken. Tenslotte nodig ik Caroline Kemp uit. Een actieve dame met wie ik samenwerk bij het kinderkoor. Zij kan op een aanstekelijke manier de kinderen enthousiast maken.
Welke levensles wil je met ons delen?
Het gaat naar mijn idee altijd om gemeenschap zijn, ondanks de woelige tijden die we doormaken. Ook al zie ik mijn kinderen niet terug in de kerkbanken, ik weet dat ze op hun manier veel van dezelfde waarden vertegenwoordigen, zoals ik die van mijn ouders heb meegekregen.
Behalve bij muziek ligt mijn hart ook bij taal, in het bijzonder de combinatie van die twee. Hierin komt voor mij alles samen. Met mijn broers, en ook met mijn zoon, spreken we voor veel buitenstaanders onbegrijpelijke teksten uit, maar we begrijpen elkaar precies.
Veel uitvaarten heb je als organist bijgewoond. Hoe kijk je tegen de dood aan?
Voorlopig duw ik dat nog een eind voor me uit. Ik ben sinds mijn pensionering drukker dan ooit bezig om er iets van te maken, ook al sluipen met mijn 67 jaar de kwaaltjes langzaam binnen.
Heb je een vraag gemist of wil je nog iets meegeven?
Samen zingen en muziek maken levert veel vreugde, maar kost ook inspanning. Ook al doen koor en organist nog zo hun best, het leidt pas tot iets waardevols als iedereen deelneemt.
Aan wie geef je het stokje door?
Ik geef het stokje graag door aan Anne de Wolf, een van de jonge mensen die actief is in de pastoraatsgroep met de voorbereiding van familievieringen, EHC en Vormsel.
Carla collet-Wolff zegt
Vanmorgen bij mijn moeder in Zutphen het parochieblaadje doorgebladerd.
Theo Mokkink ……? ….. die ken je toch. Ja, mijn muziekleraar van vroeger en later op dezelfde school mijn collega, hij leraar en ik op kantoor.
Nu op internet met veel plezier het hele verhaal gelezen.
Misschien kent hij mij niet meer, maar doe hem de groeten.
Carla Collet.
Mariet van Koppen zegt
Mijn echtgenoot Ton (koorlid) ligt in het ziekenhuis (hart falen en ritmestoornis)
We ervaren steun van Theo Mokking, tja we kennen hem via “Joppe” hij is de organist!!
Dankjewel, Theo!!
Het koffie drinken samen maakt de contacten hechter!!