door Wim Verholt
Regelmatig wordt via radio, televisie, pers en lectuur aandacht besteed aan de natuur. Wekelijks zien we op indringende wijze, dank zij de moderne techniek, het leven van de dieren om ons heen. Door middel van telelenzen en microscopen is zelfs de meest geheimzinnige en nooit vermoede samenleving van de kleinste levende wezens zichtbaar geworden.
We staan verwonderd over deze samenleving, over haar schoonheid of over haar, voor ons gevoel, wrede levenswijze. Er is veel belangstelling voor de dieren en planten om ons heen, er wordt rekening met hen gehouden, maar zoals soms blijkt lang niet altijd en overal en ook niet altijd even juist.
Bijna alle dieren en planten zijn afhankelijk geworden van de gedragingen van de mens. De leefbaarheid van de mens wordt door allerlei wetten geregeld, de leefbaarheid van dier en plant is, behalve door natuurwetten, door onze wetten geregeld. Bijvoorbeeld de jachtwet en de vogelwet. Milieubepalingen, dierenbescherming en vele andere regels zijn nodig gebleken om de natuur te beschermen. Er is zelfs een speciale bezinningsdag ingesteld, die aandacht vraagt voor het dier: 4 oktober: Werelddierendag.
Wat doen we voor of met de dieren? Maken we er alleen gebruik van? Dulden we hen om van te genieten? Is het dier er uitsluitend voor de mens? Er zijn veel vragen, maar inmiddels is wel heel duidelijk geworden, dat de meeste volkomen onafhankelijk zijn geworden van ons gedrag. Dieren hebben speciale levensbehoeften, die soms niet overeenkomen met onze wensen. We zullen wat meer ruimte moeten geven i.p.v. nemen. Hoe belangrijk het is om de voedselketens in de natuur te handhaven blijkt uit de geschiedenis die ons leer, dat door het verdwijnen van een soort plant of dier tot gevolg kan hebben, dat binnen een zeer korte tijd meerdere dieren en planten sterk in aantal verminderen of geheel verdwijnen.
We kunnen planten en dieren niet beschermen door ze te beoordelen als schadelijk of onschadelijk. Het hele ecosysteem, de hele levensgemeenschap, zal onze aandacht behoeven, dus niet alleen zangvogels beschermen en tegelijkertijd insecten vernietigen is doelmatig, de een kan immers niet zonder de ander.
Het is niet voldoende om te genieten van de natuur, een natuurfilm of een prachtig boek, of het eens zijn met de maatregelen van de dierenbescherming of natuurverenigingen, zelfs de wetgeving is niet in staat om plant en dier te beschermen. Het komt op ons gedrag aan, onze onbaatzuchtige belangstelling en medewerking, dan zal de leefbaarheid van ons en de natuur gehandhaafd kunnen worden.
Vandaar dat 4 oktober een zinvolle bezinningdag kan zijn. We krijgen de kans om mee te denken en te spelen over bestemmingsplannen van onze streek en woonplaatsen, laten we er gebruik van maken en er voor zorgen dat de overgebleven natuurgebieden nog bestemd blijven als puur natuur.