De kerk Heilige Willibrordus is vernoemd naar de weldoender Willibrord Masselink en niet naar de Heilige Willibrordus, patroon van de Nederlandse kerkprovincie. De geloofsgemeenschap bestaat uit 757 personen, die uit 372 huishoudens komen. Er zijn drie basisscholen, waaronder één katholieke, met meer dan 100 leerlingen, maar die zijn niet allemaal katholiek. De kerk is in 1862 als bijkerk van Baak gebouwd in neo-romaanse stukadoorsgotiek, en in 1864 gereed gekomen,. De architect was Wennekers, dezelfde als van de kerken in Joppe en Vierakker uit ons parochieverband.
In de weekendvieringen komen er 60 tot 70 mensen. Het is een gezellige kerk, niet te klein en niet te groot. Hij is nèt van binnen helemaal geschilderd door een groep fitte Vutters en hij ziet er weer prachtig uit. Daarbij hebben ze achterstallig onderhoud gepleegd en de kerk is dus weer helemaal up to date. Op 24 mei is er een open zondag, dan kunt u het zelf zien.
Er zijn zo’n 150 vrijwilligers. Eigenlijk doen de meeste van de regelmatige kerkgangers vrijwilligerswerk. Er is bijvoorbeeld een hele goeie onderhoudsploeg voor het kerkhof. Dat ziet er dan ook picobello uit. En de bloemengroep levert hoge kwaliteit aan bloemsierkunst. Met Kerstmis kijk je je ogen uit. Ze gebruiken veel materiaal uit de natuur en zo maken ze ook niet veel kosten. Er zijn een stuk of zes kosters en die zijn heel zelfstandig. Vrijwilligers, zowel fitte Vutters, als parochianen met een part- of fulltime baan zijn goud waard, daar moet je zuinig op zijn.Eén van hen volgt de pastorale school, ze gaat voor bij uitvaarten,en neemt de voorbereiding voor het Vormsel en de Eerste Heilige Communie helemaal op zich. Dat gaat samen met Olburgen. Alle werkgroepen werken erg zelfstandig. Er is nog geen pastoraatgroep. Dat wordt dit jaar geregeld. Vrijwilligers worden actief bevraagd en ook in het parochieblad ‘Echo’ wordt wel geadverteerd. Zo is er een nieuwe penningmeester geworven, maar de behoefte aan leidende figuren die zaken kunnen aansturen blijft.
Eén woord voor het karakter van de parochie is ‘Warm’, het tweede is ‘Saamhorig’.
Een aparte figuur in de historie van Steenderen is dr. Alfons Ariëns. Hij kwam in 1901 naar Steenderen omdat hij door superieuren en de textielwerkgevers in Enschede als te lastig bevonden werd. Hij was een zeer vooruitstrevend pastoor die met alle gezindten samenwerkte en vocht voor goede behuizing van arbeiders, voor goede gezondheidszorg en tegen drankmisbruik. Achter in de kerk hangt een vaandel van hem. Ondanks dat hij maar 7 jaar in Steenderen werkte leeft hij nog sterk in de herinnering. Er is een straat naar hem vernoemd en een parochiaan schreef het boekje: “Herder zonder bokken” over hem.
Een dierbaar plekje in de kerk is het kapelletje achter in de kerk waar de icoon van Maria Altijddurende Bijstand hangt. Dat is een mooie warme plek, waar mensen graag een kaarsje branden. In de zomerdag is de kerk geopend. Veel mensen lopen dan even naar binnen voor een gebed.
De voordelen van de nieuwe grote parochie worden gezien in het professioneel oppakken van eigentijdse communicatiemiddelen, zoals het ontwikkelen van een website, zodat er meer aansluiting is bij de belevingswereld van de moderne mens. Daarnaast kan Steenderen best leren van de andere parochies hoe die bijvoorbeeld nieuwe gelovigen verwelkomen of wat ze doen bij geboortes en dergelijke.
Het is belangrijk om de eigenheid en de vitaliteit van de eigen geloofsgemeenschap te behouden, bijvoorbeeld met een eigen parochieblad, maar aan de andere kant moeten nieuwe initiatieven een kans gegeven worden. Noem maar, een viering met Afrikaanse zang en dans; dat kan erg mooi zijn. Zo kun je ook weer mensen naar het gebouw krijgen die lang weggebleven zijn. Hoe langer iemand weg gebleven is uit de kerk, hoe hoger de drempel wordt. De loop zit er niet meer in. Ook de jongeren moet je triggeren. De uitdaging is; hoe? Er wordt nu nog niet echt iets georganiseerd voor jongeren. De nieuwe Parochie geeft hiervoor meer mogelijkheden om dat professioneel te doen.