door Wim Verholt
Tussen voorjaarsgejubel van andere vogels, stijgt een eenvoudig bruin vogeltje op, hoog boven de buitelende en baltsende weidevogels zingt het zijn voorjaarslied. Opstijgend naar een hoog punt aan de hemel, waar hij nog slechts als en stip is waar te nemen, zien we de Leeuwerik in de lucht “staan”. Het lijkt wel alsof de vogel geen adem haalt, hij jubelt onafgebroken zijn heldere zang, die tot ver in de omtrek te horen is. Als de vogel opstijgt, begint zijn lied en eindigt pas als de grond weer bereikt is.
Deze vogels zijn in het voorjaar niet weg te denken boven de akkers en weiden, je kunt het niet nalaten om naar boven te kijken, tot je zo’n zingende stip hebt ontdekt. Alleen op school waren ze lastig, vanwege het schrijven van hun naam in ’t meervoud met een of twee K’s. Hoewel ze bij ons in het voorjaar graag geziene gasten zijn vanwege hun zang, zijn ze bij onze zuiderburen in het najaar graag geziene gasten, maar dan gebraden op tafel. Tijdens hun najaarstrek op weg naar het zuiden, worden ze in groten getale gevangen, maar ook na al deze gevaren zijn ze bij hun thuiskomst nog niet veilig. Evenals andere weidevogels hebben ze het zwaar te verduren als de rondzwalkende eier-rapers hun broedgebied verstoren. Hun leeuweriknestje ligt diep verborgen in of tegen een graspol, vak wordt eerst nog een kuiltje gegraven, waardoor de eitjes diep weg liggen. Om belagers van het nest af te leiden, past de vogel een truc toe door over de grond te fladderen en een “gebroken vleugel” te simuleren. De indringer volgt de “gewonde“ vogel tot ze ver genoeg van het nest verwijderd zijn en ziet dan tot z’n verbazing de leeuwerik ineens weg vliegen. Deze zorg voor ’t nest wordt bijzonder gewaardeerd door de Koekoek, zij legt graag haar ei in het nest van de Leeuwerik.
Van de zestien Europese soorten is de Veldleeuwerik in ons land de meest voorkomende soort. De kenmerkende buitenste witte staartpennen zij goed te zien als de vogel tijdens de neerdalende vlucht de staart spreidt. Een Leeuwerik die het hele jaar in ons land aanwezig is en zijn naam te danken heeft aan z’n spitse kuifje is de Kuifleeuwerik. Bijna alle leeuweriken hebben enigszins een kuif, maar de laatste heeft een opvallend exemplaar. Het zijn echte plattelands vogels, die graag op de akkers en weiden hun voedsel zoeken. De Boomleeuwerik en Strandleeuwerik verblijven elders, zoals uit hun naam is af te leiden. Veldleeuweriken lijken op een afstand wel op mussen, ze zijn bijna gelijk van tint, alleen hebben de leeuweriken wat meer zwart op hun bruine verenpak. Maar toch zijn er wel typerende verschillen te ontdekken, zoals b.v. het voortbewegen op de grond, “mussen hippen”, terwijl leeuweriken “lopen.” Onderling zijn de leeuweriken ook nogal verschillend, met een determineer boekje is dat alles goed te herkennen en mocht dat niet lukken, dan kunnen we in ieder geval genieten van hun zang in de frisse voorjaarslucht, temidden van de pure natuur.