door Pastor Anton ten Klooster
Een tijdje terug had ik de gelegenheid om een hele middag door de Vaticaanse Musea te dolen. Gang na gang was gevuld met oude Romeinse inscripties, zeg maar de graffiti van die tijd. Puntige teksten over losbandige senatoren, ingekerfde afbeeldingen… dat soort materiaal. En als je dan doorloopt zie je opeens de eerste Christelijke symbolen tussen de teksten en krabbels. Dat ontroerde me, om de eerste uitingen van ons geloof daar te ontwaren. Het begint voorzichtig, met cryptische teksten maar dan komt de eerste afbeelding: de Goede Herder.
Dat is de eerste afbeelding die we van Jezus hebben, waarschijnlijk geleend uit een eerdere traditie. Het is goed om je af te vragen: waarom? Waarom juist dit beeld, van alle die de Bijbel aanreikt? De eerste Christenen vonden het beeld van de Goede Herder kennelijk het meest geschikt om weer te geven wat zij geloofden, in wie zij geloofden. Dat was de Christus die zij verkondigden: zorgzaam, zachtmoedig, dragend.
Het is denk ook zo dat wij vandaag de Heer moeten verkondigen. Onze stem is even onopvallend geworden als de eerste krabbels tussen de graffiti. We hebben alleen wel een bijzonder geluid. We spreken van zachtmoedigheid, zorg. In Hem is de dragende kracht voor je bestaan. Jezus is “Ichtus”: Zoon van God, Verlosser. Hij is de Goede Herder, die je in de diepten van ongeluk en ongeloof gevonden heeft en je naar goede bestaansgrond brengt.
Dat vertrouwen is het begin van de Christelijke verkondiging. We horen opnieuw over die Goede Herder, op Roepingenzondag. We bidden dan om nieuwe herders naar Zijn hart. Maar we mogen weten dat het Jezus zelf is die ons draagt. Laten wij Hem dan steeds zo blijven verkondigen. Want Jezus Christus is dezelfde, gisteren, vandaag en altijd.