door pastoor Hogenelst
Terwijl ik achter mijn pece dit zomer/vakantie-artikel schrijf, bereiden vele Medelanders zich van harte en uitbundig voor op het EK Voetbal, de Europese Kampioenschappen, die op punt van beginnen staan! De reclamefolders in de brievenbus, de commercials op de televisie, de kranten met extra bijlages… het kan niet op en we kunnen er ook bijna niet omheen. Maar als je de publieke opinie peilt dan willen de meesten dat ook helemaal niet. Bij lezing van dit artikel zijn we misschien al kampioen, je weet maar niet, maar -hoe dan ook- het blijft een bijzonder interessant fenomeen. Want u hebt het zelf waarschijnlijk ook wel kunnen zien, hoe sommige huizen, gebouwen, straten en hele wijken in een weekend compleet oranje kleurden.
Van mijn huisbezoeken weet ik wel dat er in iedere straat of buurt wel eens wat aan de hand is: van een lastige buurman, of buurvrouw tot een te luide hond, een te hoge boom of heg, te luidruchtige kinderen of een steeds op de verkeerde plek geparkeerde auto of vuilcontainer, ach, u vult maar in. Het is vaak overal wel vergelijkbaar: niets nieuws onder de zon. Waar mensen omwille van de buren een maand geleden nog zouden gaan verhuizen, buigen buurmannen zich nu broederlijk over de bouwmarkt-folder om samen uit te zoeken waar het goedkoopste en dus het meeste ‘oranje-spul’ kan worden ingeslagen. En buurvrouwen speuren door de folders van de buurtsupers om voor de BBQ het meest efficiënt in te slaan. Ik vind het telkens weer wonderlijk.
En misschien voelt u het wel komen… ik kijk met belangstelling en grote ogen naar de enorme verbroedering die de voetbal dan opeens met zich meebrengt. Want waar een maand eerder een spel tussen de clubs van twee provincie-hoofdsteden nog tot een ‘risicowedstrijd’ werd verklaard, sneuvelt nu bij meneer Jansen (echt) per ongeluk de goeie boormachine van zijn buurman en deze roept enthousiast: Geeft niks hoor, ik pak de ouwe wel even! Wat is er aan de hand? We zien nu een gezamenlijkheid en een wijkopbouwproject dat in de gemiddelde gemeente zijn weerga niet kent. Het lijken apocalyptische tijden. (De Apocalyps is niet perse een kermisattractie maar het betekent: de eindtijd.)
En dan vakantie. De één kan en gaat zo ver mogelijk weg maar voor de ander is dat niet mogelijk en die blijft noodgedwongen of liever thuis. Maar vakantie is het en ik zie al weer uit naar de verhalen na afloop. Dat is altijd weer boeiend. En dan vind ik het met name mooi om te horen hoe mensen ‘in den vreemde’ dichtbij of ver weg, in een kerkje zijn geweest… daar een kaarsje hebben opgestoken… een orgel hoorden spelen, een viering hebben meegemaakt, soms zelfs een huwelijk of uitvaart of zo. En doorgaans zijn die verhalen allemaal even enthousiast. Ook wanneer er in het buitenland gekerkt wordt, vallen mij de ervaringen op van de goede sfeer op zulke momenten, mensen die met anderen, soms heel persoonlijk, in gesprek raken of mensen die meevieren in een onverstaanbare taal en toch voelen dat ze erbij horen, bijvoorbeeld door de herkenbaarheid van de vieringen, en de inrichting van de kerkgebouwen , want hoe verschillend die ook zijn, de noodzakelijke elementen: altaar, tabernakel, Mariabeeld, orgel, preekstoel… het roept meteen wat op bij bijna iedereen. Zelfs als iemand roept: Daar heb ik werkelijk niets mee! Dan volgt meteen de verklaring waarom of wat er anders of beter had gekund.
En in die mooie ervaringen hoor ik toch ook dat saamhorigheidsgevoel, dat gevoel van ‘en toch horen we erbij, waar ook ter wereld’. Ook voor mijzelf is het nog steeds bijzonder om van zo’n wereldwijd verbreide groep Christenen deel uit te maken. We zijn nog steeds met ca. 1 miljard Christenen. We maken deel uit van Gods schepping en we belijden hetzelfde geloof, we horen en verkondigen dezelfde blijde boodschap. In de tijd-door-het-jaar-heen ontmoet ik God vaak in de medemens waarmee ik bid en werk en vier. In het gelaat van de naaste, zegt Levinas, de Russisch-Joodse wijsgeer, zien wij het gelaat van God zelf… die ons aankijkt. En zo ervaar ik ook het actief bezig zin met parochianen, collega’s en vrijwilligers: Ja, vaak is dan God zelf in ons midden. En in de vakantietijd zoek ik zelf graag de natuur, de schepping in bergen en meen en bossen en velden en bossen… om leeg te worden en nieuwe beelden te hebben en om mij met een andere concentratie te wijden aan het dagelijks gebed. Het geluid van een waterval, kan echt je hoofd leegmaken!
Vakantie… ieder beleeft het op zijn eigen manier. Het woord vakantie komt van het Latijnse vacare en dat betekent: “leeg worden voor God” dat heeft te maken met de dingen weer in evenwicht brengen: “God geven wat God toekomt en de Keizer wat de keizer toekomt.” En in de natuurlijk lukt het mij vaak weer om mijn soms ingezakte gebedsleven weer op orde te brengen. Vooral de Psalmen klinken bijzonder goed in de natuur.
En zo word ik weer opnieuw en nog meer vertrouwd met die Bijbelse woorden, beelden en verhalen die ik, op mijn beurt, zelf ook weer graag aan anderen doorgeef in de liturgie, de catechese het patronaat en het diaconaat: de vier pijlers van het pastorschap. Maar dan moet ik ze wel tot mijn beschikking hebben… En dat vraagt om regelmatig gebed genade en volharding. Maar dan brengt de vakantie mij werkelijk nieuwe energie.
Ik wens u toe in uw vakantie, dichtbij of ver weg, dat u voor uzelf weer helder krijgt waar het u in het leven werkelijk om te doen is! Waar u gelukkig van wordt en wat God daarbij voor plaatst kan en mag hebben…
Zo wens ik u van harte, mede namens mijn collega-pastores, een heel zinvolle vakantie toe. En eh, kom s.v.p. wel weer veilig thuis? Want het ‘spel’ van het leven gaat na de vakantiepauze gewoon verder in alle kleuren van de regenboog, als het moet zelfs in Oranje.