door F.G. Hogenelst, pastoor
Als het schooljaar ten einde loopt, zoemt overal het woord ‘vakantie’ in het rond: lang of kort, heftig of rustig, dichtbij of ver weg, goedkoop of exclusief. Het maakt niet uit en hoewel de economische recessie de vakantie wel wat heeft ‘uitgekleed’, zijn we er allemaal ook wel weer aan toe. Toch zullen er (wellicht ook door die recessie) weer mensen thuisblijven maar voor anderen betekent vakantie toch: op reis gaan, onderweg zijn. Dat deed mij denken aan de uitdrukking: ‘Mensen van de Weg’, dat is de oudste benaming voor christenen, want wij, christenen, zijn als pelgrims onderweg. We zijn volgelingen van Hem die zegt: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”. ‘Mensen van de Weg’, dat herinnert ons er ook aan dat wij als Kerkgemeenschap niet gebonden zijn aan een bepaalde plaats. En toch kunnen wij niet zonder eigen plaatsen, ook niet als ‘mensen van de Weg’. Wij kunnen niet zonder plaatsen waar wij als geloofsgemeenschap, als Kerk, samenkomen om het Woord van God te horen en in ons op te nemen, om de geloofsmysteries te vieren in de sacramenten, in het bijzonder de Eucharistie, om God te loven en elkaar in het geloof te bevestigen, om ons ‘Lichaam van Christus’-zijn te vieren en te versterken. En Jezus was zich er als geen ander van bewust dat Zijn leven en dat van ons er op gericht is, dat wij samen op weg zijn naar de Vader. Hij ging naar de synagoge en naar de tempel in Jeruzalem. Zo had Hij dat van jongs af aan meegekregen. Want de Heilige Familie ging jaarlijks voor het paasfeest als pelgrim op weg naar de tempel in Jeruzalem, het huis van God.
Christenen hebben van meet af aan ruimtes ingericht voor de samenkomst voor de eredienst, eerst in huizen van medechristenen, en vanaf 313 met de lang verhoopte geloofsvrijheid kwamen er de basilica’s, de huizen voor de eredienst waar de geloofsgemeenschap zich verzamelde. Wij zijn nu eeuwen verder. Van die eerste kerkgebouwen is niet veel over. Ja, enkele gebouwen hebben de eeuwen getrotseerd maar de hele kerkgeschiedenis dóór zijn er telkens weer opnieuw kerken gebouwd en geconsacreerd, voor enkele jaren van gebruik of voor vele jaren.
En ook zijn ze weer vervallen, verlaten, afgebroken of ze kregen een nieuwe bestemming. En als wij de Kaski-cijfers bekijken, dan zitten we best in spannende tijden. En toch: Ik vind het altijd weer bijzonder hoeveel mensen mij na hun vakantie vertellen dat ze nog een kaarsje hebben opgestoken in die en die kerk… in dat en dat plaatsje… en dat het er zo mooi was… of zo bijzonder… Ook andere kerkgebouwen kunnen ons blijkbaar inspireren en tot gebed brengen, soms nog meer dan onze eigen parochiekerk, zo lijkt het wel.
En dan moet ik nu denken aan het Woord van de Heer: “Ik ga iets nieuws beginnen… “Ik ga een weg leggen in de woestijn.” De Heer zegt ons toe: Hij is met ons op weg. De toekomst is in Gods hand, ook de toekomst ook van ons parochieverband. Immers per 1 januari 2010 zal de officiële samenwerking van onze twaalf parochies een feit zijn. Daar wordt hard aan gewerkt. Er worden gegevens uitgewisseld en plannen gemaakt, er worden idealen uitgesproken maar ook wordt er gekeken naar wat wenselijk is en haalbaar. Er komt een nieuw beleidsplan. Want het is van groot belang dat we weten wat we eigenlijk willen met onze kerk en wat we verwachten van onze kerk en ook wat mmensen daar zelf aan kunnen en willen bijdragen. Om daar helderheid in te krijgen reik ik u vrijblijvend de volgende vragen aan en ik zou willen voorstellen: neem ze eens mee… op vakantie voor onderweg of voor eenmaal op de plaats aangekomen. En denk er eens over na en heb het er eens over… met familie, vrienden en bekenden. Dit zijn de vragen.
- Wat roept het woord ‘kerk’ in eerste instantie bij je op?
- Wat betekent het voor jou om lid te zijn van de kerk, jóuw kerk?
- Welke (christelijke) waarden en normen zou je aan de volgende generatie willen doorgeven?
- Stel: Je bent medeverantwoordelijk voor je parochie. Welke drie prioriteiten staan er dan op jouw lijstje?
We zijn benieuwd naar uw reacties. Ik wens u mede namens de collega-pastores een heel prettige vakantie en kom behouden thuis… om weer samen verder op weg te gaan.
F.G. Hogenelst, pastoor