Niet alles in de natuur zucht onder de hitte en droogte van de zomer. Vooral de vlinders lijken nu in opperbeste conditie. Langs de buitenwegen en boven de velden, maar ook in onze tuin zien we allerlei soorten vlinders vliegen.
Ze beginnen hun leven in het ei, worden dan rups, vervolgens pop en bereiken tenslotte de laatste fase van de metamorfose. Als rups wordt het diertje door de mens minder gewaardeerd, omdat het dan uitsluitend van plantaardig voedsel leeft en vooral wanneer hun aantal groot is, schade kan aanrichten aan bomen en planten. De meeste rupsen halen het vlinderstation niet, hun lijf en leden valt ten offer aan vogels of sluipwespen. Deze laatsten boren hun eieren in het lichaam van de rups, zodat de larven parasiteren op de rups. Toch halen nog voldoende rupsen de eindstreep en vormen een cocon. Soms beschermen ze dan hun weerloze lijf door zich in te spinnen. Beroemd zijn de spinsels van de zijderups, die eeuwenlang door de mens zijn verzameld voor het vervaardigen van zijde. Eenmaal vlinder geworden, kunnen ze zich ongehinderd tussen de mensen begeven, want de meeste mensen waarderen de bonte mengeling van vlinders in hun bloementuin.
Wie wat meer belangstelling krijgt voor deze insecten, zal ontdekken dat er een enorm aantal soorten zijn, die zowel in formaat als in kleur van elkaar verschillen. Er zijn twee groepen te onderscheiden, n.l. de Dagvlinders en de Nachtvlinders. Meestal zijn de dagvlinders helder van kleur, terwijl de nachtvlinders minder opvallend zijn, een aantal soorten maken hierop een uitzondering.
Over een groot deel van de wereld verspreid leven ongeveer 100.00 soorten vlinders, hiervan hebben zich wat betreft de dagvlinder, plm. 380 soorten over Europa verspreid. Sommigen zijn zeer plaatselijk, waardoor ze niet of zelden in ons land voorkomen. Bovendien zijn sommige soorten zelfs moeilijk van elkaar te onderscheiden omdat ze tot de ondersoorten, de zgn. subspeciers, behoren..
Ook het formaat van een soort kan afhankelijk zijn van bepaalde omstandigheden, zo zal in het zuiden van Europa een bepaalde soort zich beter ontwikkelen dan in het noorden. De omstandigheden kunnen zelfs zo afwijken, dat soortgenoten in het zuiden twee generaties in een jaar voortbrengen, terwijl noordelijke exemplaren zich eenmaal vermeerderen.
De leeftijd van de vlinders is erg wisselend, sommige soorten fladderen slechts een dag op de wereld, terwijl anderen een paar jaar blijven leven. Er is ook een leeftijdsverschil tussen de geslachten te constateren. Mannetjes leven vaak veel korter dan wijfjes.
Een aantal soorten overwinterd hier, anderen trekken zelfs weg. de overwintering kan ook als rups of pop plaatsvinden. Bij de meeste soorten zijn de mannetjes en de wijfjes goed van elkaar te onderscheiden. De mannetjes bezitten vaak sprieten waarmee de geur van de wijfjes op grote afstand kan worden waargenomen, ook de kleur speelt bij de ontmoeting een belangrijke rol. De kleur op de vleugels ontstaat door een bepaalde lichtval op de vleugels, die met zeer dunnen schubjes zijn bedekt.
Hoewel ze steeds als rups mooi van vorm en kleur zijn, behoren ze in het stadium van vlinder tot de fraaiste insecten. Meestal is de onderzijde van de vleugels minder kleurig, zodat de vlinder in ruststand, met tegen elkaar gevouwen vleugels, minder opvallend is. Veel vlinders hebben een voorkeur voor bepaalde planten,vooral in de tuin is dat wel merkbaar, waar sommige platen of struiken de gehele dag door vlinders bezocht worden.