Tijdens het bezoek van pater John Auping SJ uit Mexico – opgegroeid in Joppe – in september 2018 aan onze geloofsgemeenschap om met ons het 150-jarig jubileumfeest te vieren is het idee geboren contact met elkaar te houden. We mochten vele prachtige uitgebreide overwegingen ontvangen van pater Auping maar we gaan verder in een verkorte vorm.
Wij zijn pater Auping zeer erkentelijk voor zijn inspirerende woorden en
wensen u veel devotie bij het lezen.
Zondag 29 januari 2023-10:00 uur
Voorganger : pastoor H. Scheve

Eerste lezing: Sefanja 2,3; 3,12-13
Zoekt de Heer, gij allen, ootmoedigen van het land, die zijn geboden naleeft; zoekt de gerechtigheid, zoekt de ootmoed! Dan vindt gij misschien een schuilplaats op de dag van de toorn van de Heer. Dan laat ik bij u alleen nog over een ootmoedig, bescheiden volk, dat zijn toevlucht vindt bij de Naam van de Heer: de rest van Israël. Zij zullen geen onrecht meer doen en geen onwaarheid meer spreken; in hun mond is geen tong, die bedriegt. Ja, zij zullen weiden en neerliggen, zonder door iemand te worden opgeschrikt.
Tussenzang: Psalm 146 (145), 7, 8-9a, 9bc-10
Refrein: Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
De Heer doet altijd zijn woord gestand,
verdrukten verschaft Hij recht.
De Heer geeft brood aan wie honger heeft,
gevangenen geeft hij de vrijheid.
De ogen van de blinden opent de Heer,
gebrokenen richt Hij weer op.
De Heer bemint de rechtvaardigen,
de Heer behoedt de ontheemden.
De Heer geeft wees en weduwe steun,
maar zondaars laat Hij verdwalen.
De Heer is koning in eeuwigheid,
uw God, Sion, heerst over alle geslachten.
Tweede lezing: 1 Korintiërs 1, 26-31
Broeders en zusters, denkt aan uw eigen roeping. Naar menselijke maatstaf waren er niet velen geleerd, niet velen machtig, niet velen van hoge afkomst. Nee, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen; wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen; wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend, heeft God uitverkoren; wat niets is om teniet te doen wat iets is, opdat tegenover God geen mens zou roemen op zichzelf. Dankzij Hem zijt Gij in Christus Jezus, die van Godswege heel onze wijsheid is geworden, onze gerechtigheid, heiliging en verlossing. Daarom, zoals er geschreven staat: “Als iemand roemen, laat hem roemen op de Heer.”
Vers voor het evangelie: Johannes 1, 14. 12b
Alleluia. Alleluia. Het woord is vleesgeworden en het heeft onder ons gewoond. Aan allen, die Hem aanvaardden, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden. Alleluia.
Evangelie: Matteüs 5, 1-12a

Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op en, nadat Hij zich had neergezet, kwamen zijn leerlingen bij Hem. Hij nam het woord en onderrichtte hen aldus:
“Zalig zijn de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.
Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien.
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hen behoort het Rijk der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer men u beschimpt, vervolgt en lasterlijk van allerlei kwaad beticht om Mijnentwil. Verheugt u en juicht, want groot is uw loon in de hemel.”
Niet zo kort commentaar van P. John Auping
De structuur eigen aan alle zaligsprekingen
Alle negen zaligsprekingen hebben dezelfde structuur: mensen die in nood verkeren, worden zalig verklaard omdat ze door God uit hun nood verlost worden. Het gaat om een radicale verandering in hun leven, een geweldloze revolutie. Dit wordt niet altijd zo begrepen. Ik heb meerdere malen boeken en artikelen over de zaligsprekingen gelezen, waar die als volgt (half) geciteerd worden: Zalig de armen …
Zalig de treurenden …
Zalig de onderdrukten …
Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid …
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid …
Wat ze niet citeren is de tweede helft: want aan hen behoort het Rijk der hemelen; want zij zullen getroost worden; want zij zullen het land bezitten; want zij zullen verzadigd worden; want hun behoort het Rijk der hemelen.
Waarom zijn die zaligsprekingen maar half geciteerd, en worden er puntjes geschreven in plaats van de tweede helft van de zaligspreking? Heeft de uitgever van die boeken en artikelen aan deze auteurs laten weten dat er geen ruimte was voor de twee helft van die zaligsprekingen? Dat is natuurlijk niet het geval. Het is eerder zo, dat zo’n auteur die tweede helft niet citeert, omdat hij die tweede helft niet zo ziet zitten. Hij heeft er geen ervaring van, en daarom heeft hij het er ook niet over. De mond spreekt waar het hart vol van is, maar ook: waar het hart leeg van is, zal de mond niet van spreken. Daarna doen deze auteurs een soort intellectuele goochelarij, om uit te leggen dat de armen, door het feit dat ze arm zijn, gelukkig zijn; dat de treurenden, door het feit dat ze verdriet hebben, gelukkig zijn; dat de onderdrukten, door het feit dat ze onderdrukt worden, gelukkig zijn; dat de hongerigen, door het feit dat ze honger hebben, gelukkig zijn; en dat de vervolgden, door het feit dat ze vervolgd worden, gelukkig zijn.
Dit is duidelijk onzin. Zolang iemand arm, verdrietig, onderdrukt, hongerig of vervolgd is, is hij niet gelukkig, maar ongelukkig, namelijk arm, verdrietig, onderdrukt, hongerig of vervolgd.
Jezus is geen masochist. Het lijden wordt niet verheerlijkt als een blijvende waarde in zichzelf, maar als de overgang naar de verrijzenis. Was die verrijzenis er niet, dan zou dat lijden ook geen zin hebben. Wat Jezus zegt is dat mensen in nood, zo gauw ze in geloof hun hart voor Gods aanwezigheid openen, ontdekken dat God inderdaad een radicale verandering in hun leven teweegbrengt: van arm zijn naar rijk zijn; van verdriet naar troost; van onderdrukking naar bevrijding en landbezit; van honger en dorst naar gerechtigheid naar gerechtigheid; en van vervolging naar rechtvaardiging en rehabilitatie. Juist vanwege die ervaring dat God hun hopeloze situatie ten goede verandert, worden die mensen gelukkig, de gelukkigste mensen op aarde, want hun menselijke situatie is radicaal ten goede veranderd en tegelijk hebben ze God persoonlijk leren kennen.
Deze door God bewerkte verandering gaat in twee fasen: eerst is er een innerlijke verandering, dan, kort daarna, een verandering in de uiterlijke, sociale situatie, die het mogelijk maakt dat de mens zich een weg baant uit de moeilijkheden naar een nieuw begin.
In haar boek What doesn´t kill you makes you stronger, heeft Maxine Schnal[1] verhalen verzameld van mensen die door een diepe crisis heen kwamen, dankzij een innerlijke Godservaring, gevolgd door een uiterlijke verandering ten goede van hun levenssituatie.
De titel van het boek is een citaat van de Duitse, negentiende eeuwse filosoof Friedrich Nietzsche[2]. Het betekent dat de moeilijkheden van het leven ons kunnen helpen ons karakter te sterken. Schnall verwijst niet met zoveel woorden naar de zaligsprekingen, maar naar de ‘synchroniciteit’ van Jung,[3] dat is de niet causale gelijktijdigheid van een innerlijke, psychologische gebeurtenis, en een uiterlijke, sociale gebeurtenis. Jung definieert synchroniciteit als volgt: “Het verschijnsel synchroniciteit bestaat uit twee factoren: 1. een onbewuste voorstelling komt direct (letterlijk) of indirect (symbolisch) in het bewustzijn als droom, inval of intuïtie; 2. met deze inhoud valt een objectief feit samen: ‘coïncidentie’.”[4]
Jung en Schnal merkten op dat, wanneer hun patiënten het vertrouwen in God en in zichzelf terugvonden, zij kort daarna een uitweg vonden uit hun ogenschijnlijk onoverkomelijke moeilijkheden. Het gaat hier niet om een wetenschappelijke relatie tussen oorzaak en gevolg, maar om een niet causale verbondenheid tussen twee gebeurtenissen, namelijk, in de eerste plaats, een innerlijke verandering van de persoon, van wanhoop en depressie naar geloof en hoop, en, in de tweede plaats ̶ kort daarna ̶ een verandering ten goede van uiterlijke omstandigheden die het die persoon mogelijk maken een weg te vinden uit zijn of haar moeilijkheden. In de christelijke theologie spreken we over de mysterieuze verbondenheid tussen een persoonlijke akte van geloof en vertrouwen in God, en het tastbare, bijna gelijktijdige ingrijpen van de goddelijke voorzienigheid in het leven van die persoon, die het haar mogelijkheid maakt een weg te vinden uit die moeilijke omstandigheden. Dat is de algemene structuur die eigen is aan alle zaligsprekingen.
Een voorbeeld uit het boek van Schnal is dat van Kaile Warren, die een constructiewerkplaats had in Portland, Maine, dat zich wijdde aan loodgieterswerk, elektrische installaties, het schilderen van muren, daken waterdicht maken, enzovoort. Op zekere dag wordt hij in een auto-ongeluk, dat niet zijn schuld is, half verlamd en heeft een twee jaar lang durende fysiotherapie nodig. Als hij tenslotte uit het ziekenhuis komt, is hij alles kwijt: zijn huis, zijn werkplaats, zijn truck, en zijn vrouw en dochters (die hem inmiddels verlaten hadden). Het enige wat hij nog heeft zijn 500 dollars. Hij begint als een bedelaar te zwerven door de straten van Portland, slachtoffer van een diepe depressie. Op een goede nacht, slapend in een verlaten gebouw, wordt zijn schoen door een rat gebeten. Hij begint te huilen, en roept uit naar God: “God, help me”. Op dat moment, wordt hij helemaal rustig en heeft een helder idee dat hij met die 500 dollars die hij nog had, een business kan beginnen, en met een gevoel van grote kalmte en zekerheid dat hij het zal maken. De business zal Rent-a-Husband heten: het idee is dat hij zijn diensten zal aanbieden aan huisvrouwen die dringend een reparatie in hun huis nodig hebben. De volgende dag, vroeg in de ochtend, ontmoet hij een oude vriend en legt hem zijn plan uit. Die vriend leent hem een kantoor, een telefoon en een secretaresse. Van die 500 dollars drukt hij flyers, waarin hij zijn diensten aanbiedt, en koopt een oude truck, om die flyers te verspreiden. In kwestie van weken heeft zijn franchise groot succes, en huurt hij zijn eigen kantoor, telefoon en secretaresse. Na een paar jaren groeit Rent-a-Husband uit tot een groot bedrijf die zakendoet in de Verenigde Staten en andere landen.
We zien in dit voorbeeld duidelijk hoe Kaile de beide etappes van zijn eigen zaligspreking doormaakte: eerst die hulpkreet tot God, uit de grond van zijn hart, die hem die kalmte en zekerheid gaven en een klaar idee van de business die hij zou kunnen starten. En kort daarna, de volgende dag, het ingrijpen van de goddelijke voorzienigheid via de ontmoeting met een oude vriend die hem een kantoor, een telefoon en een secretaresse leende. De zaligspreking van Kaile is: “Zalig de mislukten, want God zal hun succes geven.”
Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.
Wij gaan nu kort ieder van de negen zaligsprekingen overwegen, te beginnen met de eerste. Voor Matteüs, is de sociologische arme niet automatisch een arme van geest. En omgekeerd, een sociologische rijke, is niet automatisch uitgesloten uit deze groep van zaligen, want kan soms arm van geest zijn. In feite zijn we allemaal objectief arm, armen zowel als rijken, arm tegenover God. Onze menselijke conditie van beperktheid en relatieve onmacht in deze wereld, en tot op zekere hoogte in ons eigen leven, betekent dat we, objectief gezien, arm zijn. Op het moment dat u zich die menselijke conditie van armoede subjectief eigen maakt, en bovendien die menselijke armoede in contact met God aanvaardt en verwerkt, en meer vertrouwt op Hem en op zijn hulp dan op u zelf, bent u arm van geest. Het is voor sociologische armen minder moeilijk dan voor rijken tot die armoede van geest te komen, want sommige rijken verdringen soms hun menselijke conditie, en scheppen zich een valse zekerheid, gebaseerd op hun rijkdommen.
De arme van geest beleeft en overkomt zijn menselijke conditie van beperktheid en armoede in een intieme relatie met God. Want al heeft de arme van geest niet veel bezittingen, hij beschikt op mysterieuze wijze over alles wat van God is. En omdat nu eigenlijk alles wat bestaat van God is, de Schepper en Heer van al wat bestaat, beschikt de arme van geest op mysterieuze wijze over al het geschapene: geld, contacten, de nodige toestemmingen en autorisaties, privé hulp en overheidshulp. God laat hem weten en voelen: “alles wat van mij is, is ook van jou” (Lucas 15,31). Over de werking van de goddelijke voorzienigheid in het leven van de armen van geest heb ik meer gezegd in een andere meditatie.[5]
Zalig de treurenden, want zij zullen getroost worden
Wat voor de armoede geldt, geldt ook voor depressie en verdriet. Juist zoals de arme mens door zijn geloof en vertrouwen op God een arme van geest wordt, zo zal de psychologische gedeprimeerde door zijn geloof en vertrouwen op God een door God geraakte en getrooste mens worden. Er is een tekst van Tolkien die goed uitdrukt wat deze zaligspreking inhoudt. Het is een door Tolkien geschreven mythe over Nienna, die het archetype van deze zaligspreking is:
“Nienna leeft in eenzaamheid. Zij is gewend aan het verdriet en zij rouwt over elke wond die de Wereld door toedoen van Satan wordt aangedaan. Zo groot is haar pijn dat, bij het voortgaan van de Muziek, haar zang werd omgevormd in een klaaglied, lang voordat de muziek tot een einde kwam, en de melodie van het verdriet werd zo ingeweven in de thema’s van de Wereld al voordat die begon. Maar zij huilt niet om zichzelf; en degenen die naar haar luisteren leren medelijden te hebben en volharding in hoop… Allen die het Rijk van God verwachten, roepen haar aan, want zij geeft kracht aan de geest en transformeert het lijden in wijsheid.”[6]
Dit is een heel diepe tekst en het is de moeite waard dat u er wat langer bij stilstaat.
Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten
De zachtmoedigen zijn de mensen die leven in onderdrukking zonder zich over te geven aan de rancune, de wrok en de toorn, of het geweld. De oorsprong van deze zaligspreking is psalm 37. Het is de moeite waard een aantal verzen van die psalm te overwegen want ze geven goed weer waar Jezus het over heeft. Tot vijfmaal toe wordt de belofte herhaald dat de zachtmoedigen, die op God vertrouwen en Hem trouw zijn, die op Hem wachten en van Hem alles verwachten, “de aarde zullen beërven” (vers 9, 11, 22, 29 en 34).
De zachtmoedigen hoeven niet te wachten op de hemel na hun dood, om verlost te worden, al is het eeuwig leven zeker hun deel, maar reeds in dit leven zullen ze bevrijd worden van de onderdrukking en ‘de aarde beërven’.
Soms is de sociale onderdrukking en uitbuiting niet een louter individueel, maar collectief gebeuren, en is ook de bevrijding niet een individueel, maar collectief gebeuren. In zulke gevallen is toch de volgorde van de innerlijke en uiterlijke componenten dezelfde als in de individuele zaligspreking. Eerst is er de innerlijke Godservaring, dan de uiterlijke, sociale bevrijding. Maar in zulke collectieve gevallen zijn de bevrijders en de bevrijdden niet noodzakelijk dezelfde mensen. Het kan zijn dat de Godservaring van de bevrijder is, en de bevrijding voor de onderdrukten. Ik heb dat systematisch onderzocht in het geval van de invloed van de Godservaring op de afschaffing van de slavernij in Noord-Amerika.[7] Eerst construeerde ik een Scoring-Manual for Expressions of Experience of God, wetenschappelijk getest voor betrouwbaarheid en geldigheid, en publiceerde die, met mijn hypothesen, vóór ik naar de USA reisde.[8] Gedurende die jaar lange reis,[9] bezocht ik 36 universiteitsbibliotheken en Historical Societies, om de autobiografische geschriften van 112 slavenhouders en proslavery clergymen, en 50 abolitionisten en antislavery clergymen te raadplegen.
Gemiddeld, per duizend bladzijden, vond ik 6.5 uitdrukkingen van Godservaring in de autobiografische geschriften van de geweldloze abolitionisten en antislavery clergymen, en 0.1 uitdrukkingen van Godservaring bij de slavenhouders en proslavery clergymen. En wat de abolitionisten betreft, vond ik 9.5 uitdrukkingen van Godservaring per duizend bladzijden in de autobiografische geschriften van de vroege abolitionisten, die de beweging op gang brachten, eerst in de 18e eeuw, toen in de 19e eeuw, en 0.5 uitdrukkingen van Godservaring in de autobiografische geschriften van de latere abolionisten. In het Missouri Compromise van 1820-21, werd de slavernij afgeschaft in het Noorden van de Verenigde Staten, en in 1865, na de Burgeroorlog, ook in het Zuiden.
Het is dus een feit, dat deze ‘collectieve zaligspreking’ (“Zalig de slaven. want God zal hun bevrijden”) begon met de Godservaring van de vroege abolionisten, en eindigde met de afschaffing van de slavernij in de Verenigde Staten.
In het algemeen, méér dan veel mensen willen weten of toegeven, is Gods weldadige invloed in de mensen geschiedenis heel tastbaar, en zelfs, zoals in het bovenstaande geval van de afschaffing van de slavernij in Noord-Amerika, wetenschappelijk bewijsbaar.
Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden
Deze zaligspreking deelt de zekerheid mee dat God onze wensen, onze honger en dorst naar gerechtigheid vervult. De heilige Ignatius van Loyola zag de “heilige wensen en gebeden” als een vorm van apostolaat;[10] hij raadde de jezuïeten aan “ambitieuze voornemens te maken, en grote wensen te cultiveren om echte en trouwe dienaars van God te zijn”[11]; God zelf inspireert “deze levende en efficiënte wensen”[12]. De katholieke psychoanalist, Francoise Dolto, legt in een commentaar op het Evangelie uit, dat Jezus eerst onze verdrongen wensen bevrijdt, zodat ze bewust en intens ervaren worden, en dan die wensen vervult.[13] U kunt daar meer over vinden in een andere meditatie in dit boek.[14]
Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden
Wat helpt om in uw eigen verdriet troost van God te ondervinden, is dat u uit zichzelf treedt, al heeft u verdriet, en iemand bezoekt die zelf verdrietig is en troost zoekt, om naar zo iemand te luisteren en hem begrip en troost te schenken. De medelijdenden zullen Gods medelijden ervaren.
Een voorbeeld kan dit duidelijk maken. Een pater van mijn communiteit, Leonel, heeft een nicht, Marisol, die getrouwd is met Bernardo Pantaleón, die aan multiple sclerose lijdt. Ze zijn van Oaxaca, en arm. Ze kwamen naar Mexico-stad voor behandeling. Hij heeft interferon ampullen nodig. Ik vond voor hen in internet het adres en de telefoon van de Asociación Mexicana de Esclerosis Múltiple IAP. Toen de directeur van het centrum, Lourdes Ituarte, hem en zijn vrouw ontving, ontdekten Bernardo en Marisol dat Lourdes Ituarte zelf aan multiple sclerose lijdt, en in een rolstoel zit, omdat ze haar benen niet meer kan gebruiken. Lourdes was heel vriendelijk en vol begrip, ook voor hun armoede, en gaf ze de ampullen met interferon gratis. In plaats van zich als slachtoffer te beklagen, heeft Lourdes van de nood een deugd gemaakt, is uit zichzelf getreden, en wijdt haar leven aan het helpen van andere mensen die aan multiple sclerose lijden.
Zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien
Oorspronkelijk was de zuiverheid van hart een liturgisch begrip. De mens wiens handen niet door misdaden bevuild zijn, en wiens hart niet door zonden besmet is, zal God ontmoeten in de liturgie: “Wie mag dan bestijgen de berg van de Heer, wie mag staan in zijn heilig domein? Die rein is van handen en zuiver van hart...” (Psalm 24,3-4).
Wat de zaligspreking van Matteüs 5,8 doet is die zuiverheid van hart uit het liturgisch domein halen, en ze in het midden van de dagelijkse werkelijkheid plaatsen. Dat betekent dat de zuiveren van hart hun alledaagse werkelijkheid transformeren in iets wat op liturgie lijkt. Door hun zuiverheid van intentie hebben al hun woorden en daden de intentie God te behagen, juist zoals in de liturgie, en door hun zuiverheid van hart onthouden zij zich van vrijwillige zonden, en kunnen zo God zoeken en vinden in alles wat ze zeggen en doen, juist zoals in de liturgie. Deze zuiverheid van hart en intentie maakt zo de alledaagse werkelijkheid een bijna liturgisch gebeuren. Dit betekent dat de zuiveren van hart in Gods tegenwoordigheid leven.
De heilige Ignatius noemt deze transformatie van de alledaagse werkelijkheid in liturgie God zoeken en vinden in alles wat we doen, in het wandelen, in het praten, in het eten, in het contact met de naaste, in het werk, in de ontspanning, en in het apostolaat. Dat is de vrucht van de zuiverheid van hart en de zuiverheid van intentie: zalig de zuiveren van hart want zij zullen God zien.
Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden
Er zijn mensen die te midden van conflicten hun hart in vrede bewaren, zoals Jezus ons aanraadde gedurende het laatste avondmaal: “De Vader is met Mij: Dit heb Ik u gezegd, opdat gij vrede zoudt bezitten in Mij. Weliswaar leeft gij in de wereld in verdrukking, maar hebt goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.” (Johannes 16,29-33).
Niet alleen bewaren deze mensen zelf hun innerlijke vrede in situaties van sociale conflicten, maar ze zijn ook in staat om mensen die zijn vastgelopen in wederzijdse conflicten te helpen om zich te verzoenen: het zijn vredebrengers, zelf levend als kinderen van God en anderen helpend om als kinderen van dezelfde Vader in vrede met elkaar te leven. Zoiets gebeurt bijvoorbeeld in de met gebed verbonden psychotherapie voor in conflict levende echtparen.
Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk van God
De vredebrengers en zuiveren van hart brengen de hemel op aarde. En omgekeerd, de vervolgden en beschimpten omwille van het Evangelie, zullen in de hemel ontvangen wat ze op aarde niet kregen, namelijk dat iedereen ziet, dat God ze gelijk geeft. Dat is op de eerste plaats waar voor de martelaars, maar in ruimere zin voor alle gelovigen die op aarde omwille van Jezus vervolgd worden. In tegenstelling tot de eerste zeven zaligsprekingen, hebben de laatste twee het niet alleen over een verandering ten goede in dit leven, maar ook in het eeuwige leven, en om die reden, staan deze twee zaligsprekingen een beetje apart. U moet dus nooit de moed verliezen, als anderen ergens tegen zijn, tegen het Evangelie, tegen de Kerk, en tegen u, want “groot is uw loon in de hemel”. Het zou fijn zijn als een en ander reeds in dit leven zou kunnen worden opgehelderd en rechtgezet, maar dat is niet altijd het geval, soms wel, soms niet. Uw geduld en geloof moeten dus groot genoeg zijn, om de uiteindelijke, hemelse gebeurtenissen in te sluiten.
Uw eigen zaligspreking vinden
Tot nu toe heb ik het niet alleen gehad over de negen zaligsprekingen die in het Evangelie van Matteüs te vinden zijn, maar ook over twee anderen die daar niet direct te vinden zijn, namelijk: “Zalig de mislukten, God zal hun succes geven” en “Zalig de slaven, want God zal ze bevrijden”. Eigenlijk moet iedereen zijn eigen zaligspreking vinden. Uw eigen zaligspreking geeft u de sleutel hoe u zich een weg kunt banen, in omstandigheden die hopeloos lijken te zijn. Uw eigen zaligspreking kan een van de negen geschrevenen zijn, of een andere. Dat u uw eigen, heel persoonlijke zaligspreking ontdekt en beleeft, betekent natuurlijk niet dat u die andere zaligsprekingen verwaarloost. Maar één is voor u de belangrijkste.

Een voorbeeld van iemand die haar eigen, heel persoonlijke zaligspreking vond, is Teresia van Avila. De inquisitie die de ‘iluminados’ vervolgde, ging van klooster tot klooster en verbrandde de boeken die volgens hen naar ketterij roken, onder meer de boeken die Teresia gebruikte als voedsel voor haar geestelijk leven. In plaats van het op te geven of uit te treden, vond Teresia haar eigen zaligspreking: “Zalig de onwetenden, want God zal hen het boek van het leven openen”. Via haar gebedservaringen en visioenen, onderwees God zelf haar dingen over het geloof die zelfs in goede theologische boeken niet te vinden zijn, bijvoorbeeld wat zij schrijft over de hel en de hemel.
[1] Maxine Schnal, What doesn´t kill you makes you stronger. Turning bad breaks into blessings, Perseus Publishing, 2002.
[2] Friedrich Nietzsche, Götzendämmerung: Sprüche und Pfeile, nummer 8: “Was mich nicht umbringt macht mich stärker”.
[3] Carl Gustav Jung, Synchroniciteit. Een beginsel van acausale verbondenheid, Lemniscaat, Rotterdam, 2000.
[4] Ibidem, blz. 25.
[5] Zie in dit boek de meditatie over Weest niet bezorgd, Matteüs 6,24-34.
[6] “Nienna dwells alone. She is acquainted with grief, and mourns for every wound that Arda has suffered in the marring of Melkor. So great was her sorrow, as the Music unfolded, that her song turned to lamentation long before its end, and the sound of mourning was woven into the themes of the World before it began. But she does not weep for herself; and those who hearken to her learn pity, and endurance in hope… and all those who wait in Mandos cry to her, for she brings strength to the spirit and turns sorrow to wisdom”.‘Arda’ is de Wereld; ‘Melkor’ is Satan; ‘Mandos’ is het Rijk van God op Aarde. Het zijn door Tolkien geschapen, mythische namen, die een christelijke inhoud hebben. Uit: John Tolkien, The Silmarillion, uitgegeven door Christopher Tolkien, 1998, blz. 28. Mijn vertaling.
[7] John A. Auping, Religion and Social Justice. The Case of Christianity and the Abolition of Slavery in America, Universidad Iberoamericana, 1994. Tweedehands te koop in Amazon.com.
[8] John Auping, Een register voor uitdrukkingen van Godservaring (A Scoring-Manual for Expressions of Experience of God) in: Bijdragen (1972): 176-208. Gepubliceerd en te koop online sinds januari 2013.
[9] Over die reis van 12,000 kilometers, van half 1972 tot half 1973, zie in dit boek de meditatie over Weest niet bezorgd, Matteüs 6,24-34.
[10] San Ignacio de Loyola, Obras Completas, Brief aan de studenten van Coimbra, 7 mei 1547, blz. 726..
[11] Ibidem, Brief aan Jan Pelletier, 13 juni 1551, blz. 814.
[12] Ibidem, Brief aan de jezueten van Portugal, 26 maart 1553, blz. 851.
[13] Francoise Dolto, L´Évangile au risque de la psychoanalyse, Ed. du Seuils, 1980, blz. 46-47, 49.
[14] Zie in dit boek de meditatie over De eerste leerlingen en de uitverkiezing van Petrus, Johannes 1,35-51.
