
Uit “De Bloem in de Zon”,
een rede die Titus Brandsma in 1938 hield in Amersfoort.
“We weten allemaal, hoe waardevol een goede vriend is. We hechten aan een goede vriendschap veel waarde. Dat betekent ook, dat onze eigen vriendschap evenveel waarde moet hebben voor de ander.
Goede vrienden zorgen wederzijds voor elkaar, om de goede geest levend te houden, die te versterken, zodat de waarde van de vriendschap niet verloren gaat.
Bloemen zijn ons voorbeeld.
Een bloem op zichzelf mag heel mooi zijn, na een tijdje ben je erop uitgekeken.
Bloemen zijn op zijn mooist in een tuin, want dan brengen ze elkaar aan het licht en maken elkaar mooi.
We willen er niet meer bij weg, we gaan van de bloemen houden, het verlangen groeit in ons tussen de bloemen te blijven.
Zo is het ook met de vriendschap.”

Tijdens zijn opleiding sluit Titus vriendschap met zijn tien jaar oudere leraar filosofie Hubertus Driessen.