
Zaterdag 10 juli kwam Anton Bosch, diaken de kerk binnen met een goastok. Dat wekte de belangstelling en interesse bij de al aanwezigen, die druk doende waren om de zitplaatsen te ontdoen van vogelpoep. Anton ging voor in de Woord- en Communieviering.
Goastok
In de viering vertelt Anton dat hij een goastok bij zich heeft. Een gedraaide wandelstok gevormd door de kamperfoelie. Een slingerplant die een tak eigenlijk langzaam wurgt maar de tak een prachtige draaiing geeft. De goastok kent een lange en rijke traditie met veel gebruiken. Zo vertelde Wim en Marijke dat deze stok ook wordt gebruikt door de boerendansers. Vroeger werd de buurt opgehaald voor het feest of bij een uitvaart door een buurman die de goastok bij zich had. Was er feest dan werd de stok bijvoorbeeld versiert met bloemen en bij een uitvaart werd de goastok voorzien van een zwart lint.
Evangelie
Anton nam ons mee aan de hand van het Evangelie Marcus 6, 7-13 waarin we lezen dat Jezus de twaalf bij zich riep en hen begon uit te zenden, twee aan twee. Hij gaf hun macht over de onreine geesten en verbood hun iets anders mee te nemen voor onderweg dan alleen een stok: geen voedsel, geen reiszak, geen kopergeld in hun gordel. ‘Wel moogt ge sandalen dragen, maar trek geen dubbele kleding aan’. Anton was voorzien van een stok en had voor de gelegenheid zijn sandalen aan.
Roeping
Het evangelie kent alleen maar Jezus die iemand roept. En in dat geroepen worden door Jezus, wordt een persoonlijke band aangegaan en wel voor het leven. Hij roept je bij Zich. De roepstem van Jezus volgen, leidt er toe dat je bij Hem komt, bij Hem bent. Zo werden de eerste leerlingen dan ook steeds geroepen: “Kom, volg Mij”. Daar staat dan eigenlijk nog een woord bij: ‘achter Mij aan’.
Dat is tot ons allemaal gezegd.
Wees niet bang, zegt Jezus, Ik zorg voor je.
De liefde van God staat aan het begin en aan het einde.
De liefde van God heeft het laatste woord.
Pak jij je stok en doe jij je sandalen aan?
Ga je mee?


