Tijdens het bezoek van pater John Auping SJ uit Mexico – opgegroeid in Joppe – in september 2018 aan onze geloofsgemeenschap om met ons het 150-jarig jubileumfeest te vieren is het idee geboren contact met elkaar te houden.
We mochten vele prachtige uitgebreide overwegingen ontvangen en zijn pater Auping zeer erkentelijk voor zijn inspirerende woorden en wensen u veel devotie bij het lezen.
Klik hier voor Een Gids voor het mediteren op het Evangelie door pater Auping
Zondag 29 december 2024 Feest van de Heilige Familie
Laatste H. Mis “op zondag” i.v.m. het voorgenomen besluit van het bestuur HH. Twaalf Apostelen om de Kerk in Joppe te sluiten.
10:00 uur : Eucharistieviering m.m.v. het Parochieel koor
Voorgangers: pastor H. Scheve en Th. ten Bruin, diaken

The Finding of the Saviour in the Temple, 1854-1860, by William Holden Hunt,
Birmingham Museum & Art Gallery
Lezing uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach 3, 2-6. 12-14
De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen; en de moeder recht gegeven over haar zonen. Wie zijn vader eerbiedigt, krijgt vergiffenis van zonden en als iemand die schatten verzamelt, is hij die zijn moeder eert. Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen, en wanneer hij bidt, wordt hij verhoord. Wie zijn vader eert zal een lang leven genieten en wie zijn vader gehoorzaamt, verkwikt het hart van zijn moeder. Wie de Heer vreest, eert zijn ouders. Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag en doe hem geen verdriet zolang hij leeft. Op de dag dat ge in nood zijt, wordt aan u gedacht; gij die nog in volle kracht zijt, veracht uw vader niet. Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten, anders dan de zonden, bouwt zij uw huis op.
Antwoordpsalm Psalm 128 (127), 1-2, 3, 4-5 (R. 1)
R. Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat.
Gelukkig die godvrezend zijt, de weg des Heren gaat.
Ge zult de vrucht van eigen arbeid eten, tevreden en voorspoedig zult ge zijn. R.
Uw vrouw daarbinnen in uw huis is als een rijk beladen wijnstok.
En als olijventakken rond de stam, zo staan uw zonen om uw tafel. R.
Ja, zo wordt elke man gezegend, die eer geeft aan de Heer.
Moogt gij Jeruzalem welvarend zien, zolang uw dagen duren. R.
Lezing uit de Brief van de H. apostel Paulus aan de Kolossenzen 3, 12-21
Broeders en zusters, Bekleedt u als Gods heilige en geliefde uitverkorenen, met tedere ontferming, goedheid, deemoed, zachtheid en geduld. Verdraagt elkander en vergeeft elkander, als de een tegen de ander een grief heeft. Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven. Voegt bij dit alles de liefde als de band der volmaaktheid. En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen, als leden van één lichaam. En weest dankbaar. Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen. Leert en vermaant elkander met alle wijsheid. Zingt voor God met een dankbaar hart psalmen, hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. En al wat gij doet in woord of werk, doet alles in de naam van Jezus de Heer, God de Vader dankend door Hem. Vrouwen, weest uw man onderdanig, zoals het christenen betaamt. Mannen, hebt uw vrouw lief en weest niet humeurig tegen haar. Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles, want dit is de Heer welgevallig. Vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij de moed niet verliezen.
Alleluia: 3, 15a en 16a
R. Alleluia.
Laat de vrede van Christus heersen in uw hart; Het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
R. Alleluia.
Lezing uit het heilig Evangelie volgens Lucas 2, 41-52
Ieder jaar gingen de ouders van Jezus naar Jeruzalem voor het paasfeest. En toen Hij twaalf jaar geworden was, gingen zij, zoals gewoonlijk bij het feest, daarheen. Toen de dagen vervuld waren en zij terugkeerden, bleef het kind Jezus achter in Jeruzalem en zijn ouders wisten het niet. In de mening dat Hij zich bij het reisgezelschap bevond, gingen zij een dagreis ver en zochten Hem onder verwanten en bekenden. Maar toen zij Hem niet vonden, keerden zij – Hem zoekende – naar Jeruzalem terug. Na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, gezeten te midden van de leraren, terwijl Hij naar hen luisterde en hun vragen stelde. Allen die Hem hoorden, waren vol verbazing over zijn inzicht en antwoorden. Toen zij Hem daar zagen, waren zij ontdaan en zijn moeder zei tot Hem: “Kind, waarom heb Jij dit ons aangedaan? Zie, uw vader en ik hebben met smart naar Jou gezocht.” Maar Hij zei tot hen: “Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge niet dat Ik moet zijn bij wat van mijn Vader is?” Zij begrepen echter het woord niet dat Hij tot hen sprak. Hij ging met hen mee en kwam naar Nazaret en was aan hen onderdanig. Zijn moeder bewaarde al de woorden in haar hart. En Jezus nam toe in wijsheid en jaren en in welgevallen bij God en mensen.
Kort commentaar van P. John Auping
Dikwijls presenteert men de familierelaties van Maria, Jozef en Jezus alsof ze geen moeilijkheden hadden. Dat is een idyllische en onjuiste representatie. De problemen begonnen toen Maria en Jozef pas getrouwd waren, maar nog niet samenwoonden. Maria was zwanger van de Heilige Geest, maar wist niet hoe dit aan Jozef uit te leggen, en ze zweeg. Dat was een maandenlange spanning voor Maria, en, toen Jozef zag dat Maria zwanger was, ook voor Jozef. Hij wilde in stilte van haar scheiden, om haar niet in opspraak te brengen. In de wet van Mozes was de straf voor overspel de dood door steniging. Verlicht door een engel in een droom, besloot Jozef trouw te blijven aan Maria.
Een ander probleem was toen Jezus, twaalf jaar oud, in de tempel achterbleef, zonder zijn ouders in te lichten. Omdat de pelgrims in twee karavanen reisden, vrouwen en kinderen in één karavaan, en de mannen in de andere karavaan, dacht Jozef dat Jezus in de karavaan van de vrouwen en kinderen, met Maria was, en dacht Maria dat hij, nu al twaalf jaar oud, in de karavaan van de mannen, met Jozef reisde. Na drie dagen vonden ze hem in de tempel, vragen stellend aan de schriftgeleerden, die over zijn kennis van de bijbel en zijn intelligentie verbaasd waren. Toen ze Hem vonden, en Maria haar angst onder woorden bracht, verontschuldigde Jezus zich niet, maar wees haar terecht: “Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ Zij begrepen echter niet wat Hij daarmee bedoelde.” (Lucas 2,49-50). Jezus schiep een zekere afstand tussen zijn moeder Maria en hemzelf, door zijn Vader in het midden te stellen. Dat is wat een vader moet doen, als er een bekoring bestaat van een te intieme relatie tussen moeder en kind. Maar zowel Maria, als Jozef en Jezus wisten, dat Jozef niet zijn echte vader was, zodat het voor Jozef moeilijk was tussenbeide te komen, in Jezus’ contact met María, als een vader die een te intiem contact van moeder en zoon verhindert. Vandaar dat Jezus een beroep doet op God zijn Vader.
Jezus doet dat meerdere keren. Bijvoorbeeld op de bruiloft te Kana, wanneer Maria hem vraagt zijn publieke leven te beginnen met een wijnwonder, zegt Jezus, dat het niet zijn moeder Maria, maar zijn Vader in de hemel is, die het uur vaststelt om zich te openbaren; “Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.” (Johannes 2,4). Opnieuw schept Hij afstand tussen Maria en Hemzelf, met een beroep op God de Vader.
En een of twee jaar later, als Hij een groep mensen onderwijst, en ze Hem de boodschap geven dat zijn moeder en familie buiten in de straat staan en Hem willen spreken, schept Hij opnieuw afstand tussen zijn moeder Maria en Hemzelf, met een beroep op God de Vader en Zijn wil:
“Terwijl Hij nog tot het volk sprak, gebeurde het dat zijn moeder en broeders buiten stonden om te trachten met Hem te spreken. Iemand kwam Hem nu zeggen: “Uw moeder en broeders staan daarbuiten en willen U spreken.” Maar hij antwoordde aan degene die Hem dit kwam zeggen: “Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broeders?” En met een gebaar naar zijn leerlingen zei Hij: “Ziedaar mijn moeder en mijn broeders; want mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil volbrengen van mijn Vader in de hemel.” (Matteüs 12, 46-50).
Maria is Jezus’ moeder, méér door het feit dat zij altijd de wil volbracht van zijn Vader in de hemel, dan door het feit dat zij Jezus in haar schoot gedragen had. Dit is wat ze zien als Jezus haar laat weten dat Hij in Jeruzalem een wrede en vernederende dood zal sterven. Zij zegt dan niet “Zoon, doe Mij dat niet aan”, haar menselijke gevoelens de vrije loop latend, zoals Petrus dat deed (Matteüs 16,22), maar ze bemoedigt Hem Gods wil te aanvaarden, haar moederlijke gevoelens verstervend. We weten dat omdat zij aan de voet van het kruis staat, met Hem medelijdend.
Ook Jozef had het soms moeilijk, want hij en Maria en Jezus wisten dat hij niet echt de vader was, en Maria en Jezus waren van meet af aan heilig, en Jozef was nog niet heilig, maar op weg naar de heiligheid. Jozef overkwam zijn begrijpelijke minderwaard gevoelens, door zijn contact met God de Vader, de Heer:
“Jozef deed zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich. ” (Matteüs 1,20);
“Na het vertrek van de wijzen uit het Oosten, verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het Kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het Kind zoeken om het te doden. Hij stond op en week in de nacht met het Kind en zijn moeder naar Egypte uit (Matteüs 2,13-14).
“Nadat Herodes gestorven was, verscheen in Egypte een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei: ‘Sta op, neem het Kind en zijn moeder en trek naar het land Israël, want die het Kind naar het leven stonden zijn gestorven.’ Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder en ging naar het land Israël “ (Matteüs 2,19-21).
Wat de Heilige Familie heilig maakte, is dat het er niet drie waren, maar vier: Maria, Jozef, Jezus en God de Vader. En wat ook ons kan helpen om over familie conflicten heen te komen en een heilige familie te worden, is dat wij God de Vader een geprivilegieerde plaats geven in het centrum van onze familierelaties. Dat houdt in dat we ons afvragen ‘Wat zou God nu willen om dit familieprobleem op te lossen?’ en dat we bidden om Gods wil te kunnen vinden en te volbrengen.
