door Wim Verholt
Alsof hij vond, dat er ook aan zijn soort wel eens aandacht mocht worden geschonken, vloog een Smelleken deze week een paar keer, op enkele meters afstand, langs me heen. Hij is de kleinste van de roofvogelgroep in ons land, slechts iets groter dan een lijster.
Het silhouet lijkt op een kleine valk, zodat hij in sommige streken van ons land dan ook “steenvalk” genoemd wordt. Die naam heeft waarschijnlijk ook wel iets te maken met zijn gedrag, want hij zit meer op verhoging op de grond dan in bomen, en op stenen. Ze komen in de herfst uit het noordelijk deel van Europa en trekken met hun vliegende proviand mee naar het zuiden, In ons land blijven er meestal wel een aantal achter, ze kunnen nog genoeg voedselkeuze maken uit de groep overwinterende vogels.
Het Smelleken jaagt vaak boven heidevelden en andere open vlakten, liefst graag over de grond of met een snelle duikvlucht. Doordat ze hier niet broeden, is ’t een tref om beide geslachten met elkaar te kunnen vergelijken. Zoals bij de meeste roofvogels is het wijfje veel groter dan ’t mannetje, ook de kleuren verschillen; de rugzijde van het wijfje is bruin en van het mannetje blauwgrijs.
Het Smelleken dat ik zag was een mannetje, de vogel stak mooi af tegen de wit bevroren hei ’s Nachts had ’t zo hard gevroren, dat het weinige water, dat nog in het ven aanwezig was, geheel was bevroren. Op dat ijs zaten een troep vinken, die waarschijnlijk dorst hadden, want ze waren steeds op het ijs aan het pikken.
Het Smelleken vloog tussen de gagelstruiken door naar het ven om een hapje uit te zoeken, maar hij had pech, want er kwam een seintje van een vink die in de berk zat, waarna de hele troep in het riet en de struiken verdwenen. Meestal zijn Smelleken net zo fanatiek als sperwers en vervolgen ze hun prooi tot in de struiken, maar deze rakker liet het afweten en ging in een berk zitten kekkkeren. Nog ’n tijdje heb ik ‘m kunnen bekijken, tot hij met een snelle duik naar beneden kwam, nu was het wel raak, maar welk slachtoffer hij te pakken had, was niet meer te zien.
In de tijd dat er met valken gejaagd werd door Koninklijke families, was het bij de adellijke dames een vurige wens om een afgericht Smelleken te bezitten. Zo was de kollektie Smellekens van Katharina 11 van Rusland zeer beroemd. De ijdeltuit had zelfs een geheel witte valk waarop de Engelse vorstin destijds razend jaloers was. Volgens oude verhalen waren Smellekens speciaal afgericht op duivenjacht. Als een Smelleken dan een duif geraakt had, vloog er een wolk veren de lucht in en kwam alles als een bal naar beneden, want een Smelleken kan een zware Houtduif niet eens dragen. Met wat geluk kunnen we zon jagend roofvogeltje nu ook in onze omgeving ontmoeten, we kunnen dan het beste naar een heide of op open veld gaan, want ze jagen meestal in de vrije natuur.