
door Wim Verholt, 5 januari 2010
Ongeveer een maand geleden vroeg ik me af of er weer een zachte winter op komst was.
Een Prunus, een soort met hele kleine roze bloempjes stond in menig tuin al in volle bloei. En in onze tuin bloeide de kerstroos, drie prachtige witte bloemen.
Nu zitten we naar andere witte bloemen te kijken, de ijsbloemen.
Niet alleen de planten zijn door de kou overvallen, ook de dieren zoeken een goed heenkomen. Vooral ’s nachts dalen de temperaturen zo ver, dat het water in de vijver bevriest en de bladeren van de Rhododendron krom trekken. De vogels maken nu haast om de strenge vorst voor te blijven. De meeste kleine soorten zijn al weg, nu volgen nog wat van de grotere vogels. Als we ’s avonds buiten lopen, horen we de ganzen overkomen, zelfs binnen in huis is het luide geroep te horen. Het is een aparte sensatie om de roepende ganzen te beluisteren. ‘s Avonds zie je ze alleen als ze de lichte maanschijf passeren. Ze houden voortdurend contact met elkaar door middel van hun roep. Aan de roep is voor een geoefende kenner te horen welke soort ganzen overvliegen, soms lijkt het op gekef van kleine honden, dan weer klinkt een sonoor geluid.
Het meest gelijkende op onze tamme ganzen, is het “gaagagak”- geluid van de grauwe ganzen, die in grote getale hier ’s winters verblijven. Ook het “kieauw”-geluid van de kolganzen zullen we veel opmerken.
In ons land komen ongeveer 10 soorten ganzen voor, waarvan de Grauwe Gans in de Flevo-polders broedend is waargenomen, en de rest zijn hoofdzakelijk wintergasten.
De grootste gans is de Canadese Gans, die een formaat bereikt zo groot als dat van een zwaan. Het meest opvallende kenmerk van deze soort is de zwarte hals, maar met een kleinere witte halsvlek.
Een zeldzame soort is de sneeuwgans, die bijna geheel wit is, alleen de vleugeltoppen zijn zwart.
Ganzen vliegen in groepsverband, meestal in een lange rechte lijn of in een V-formatie. Het is interessant om de groep een tijd te volgen, we zien dan ook de wisseling van positie. Op een bepaald moment vliegt de voorste gans iets langzamer en schuift de achtervliegende gans weer ’n plaatsje op om in de voorste linie de spits te vormen.
Meestal blijven de ganzenfamilies bij elkaar tot het volgende seizoen, zodat we ondanks de honderden ganzen op de weilanden, toch kunnen ontdekken dat het contact tussen ouders en kinderen wordt bewaard, steeds staan er wat op wacht en blijven ze door middel van geluid in elkaars nabijheid.