Puck laat haar hart spreken door te vertellen over haar ontvallen derde kind. Haar dochter Berdhilde die door een ongeval is overleden, nu al weer 27 jaar geleden. Als je aan haar vraagt hoeveel kinderen ze heeft, vertelt ze vaak twee. Maar het zijn er dus drie.
Op een spelende manier blijft Berdhilde leven onder haar neefjes en nichtjes doordat haar naam op de binnenkant van de doos van het Monopolie spel staat geschreven.
Wees gelukkig met wat je hebt. Dat drijft mij. Blijf gelukkig met wat je hebt en met je leven.
Het zijn wijze woorden waarin verzoening schuilt, troost en zingeving voor Puck Vork – Drenth. Puck, een oorlogskind en een Groningse is zoals ze zelf zegt is een prater, niet extrovert en houdt het graag praktisch als het gaat om haar bijdrage aan de kerk of vereniging. Zijn er geen woorden dan spreekt haar gevoel en dat laat ze wel merken. Ze verzorgt samen met Janny de koffie-ochtenden voor ouderen, is werkzaam op het secretariaat van Joppe en schenkt met plezier koffie na de viering op zondag. Door iets terug te doen aan de kerk, voelt zij zich er meer thuis en heeft ze er plezier in.
De ziel van onze kerk wordt gevormd door mooie en bijzondere mensen, die ieder op zich zo verweven zijn met onze kerk dat ze er om zo te zeggen de levende stenen van zijn. In de rubriek Ontmoet maakt u kennis met een persoon uit onze geloofsgemeenschap Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming. Wat verbindt hen met Joppe en wat doet het geloof met hen. Vervolgens wordt hen gevraagd het stokje aan een ander door te geven en dat gebaar verbindt ons met elkaar.
Wie ben je?
Het hart laat zich spreken in het verlies van haar dochter en haar zusje.
Berdhilde
Ik kom uit een gezin van 8 kinderen waarvan ik de een na laatste ben. We hadden thuis 6 meisjes en 2 jongens en waarvan een tweeling. Dat waren twee meisjes. Een meisje is op 1 ½ jarige leeftijd overleden. Ik heb haar dus niet gekend en daar werd thuis nooit over gesproken. Voor velen waren we dus met ons zevenen! Ik benadruk dat omdat ik zelf ook drie kinderen heb. Als iemand aan mij vraagt “hoeveel kinderen heb je?” zeg ik soms “twee”. Puck vertelt over het verlies van haar jongste dochter Berdhilde.
Zij was 19 jaar en woonde en studeerde net een jaartje in Amsterdam. Ze rende de weg over en is gepakt door de bus.
Het verlies heeft een enorme impact gehad.
In het begin wilde ik het er niet over hebben. Als men aan mij vraagt of vroeg “Hoeveel kinderen heb je?” dan vertel ik dat ik twee kinderen heb. Maar dat is dus niet waar!
Ook toen we hier pas woonden zei ik dus, ik heb twee kinderen omdat ik mijn verhaal niet kwijt wilde. Het verlies van mijn dochter heeft er behoorlijk ingehakt. Ze hoort er altijd bij. Mijn oudste is onze zoon Joost en de tweede is dochter Kristel. De meisjes – Kristel en Berdhilde – waren samen één pot nat. Zij leken wel een tweeling. Berdhilde was de gekkerd, ze kon lol hebben, was de grappenmaker van de familie en ze was duidelijk aanwezig ook als er problemen waren. Ze zou dit jaar 46 zijn geworden.
Ze ligt begraven in Overveen op het kerkhof direct naast de kerk. Onze dochter Kristel bezoekt met haar kinderen regelmatig haar begraafplaats. Thuis bij het spel Monopolie staat haar naam aan de binnenkant van de doos en zo blijft zij ook bij ons en haar nichtjes en neefjes levend.
Wat ik super fijn vind, is dat ik er met Bernard en mijn kinderen over kan praten.
Ik had het graag met mijn moeder, die helaas op 65 jarige leeftijd is overleden, willen bepraten en vragen hoe zij het verlies van haar kindje heeft verwerkt. Dat heeft niet zo mogen zijn en ik wist pas op 12 jarige leeftijd, dat ik een overleden zusje had. Vroeger werd er niet over gepraat.
Veendam
Ik ben in 1943, midden in de oorlog geboren in Veendam (Groningen). Ik heb weinig van mijn jeugd, maar een foto springt er uit, dat ik als 3 jarige op de foto sta met een gebreid jurkje aan en met een pop in mijn handen. Ik was wat dik en dat kwam omdat ik als jongste goed te eten kreeg. Bij Bernard, die ook in de oorlog is geboren, zie je dat ook terug op een foto. Dat zag je wel vaker bij oorlog kindertjes.
Ik kom uit een open gezin. We hadden veel aanloop en mensen over de vloer omdat mijn vader een centrale verwarming installatiebedrijf had. Veendam had een kleine Katholieke gemeenschap en iedereen kende elkaar. We speelden met de kinderen uit de buurt, ook met hen die niet Katholiek waren. Mijn echte vriendin was niet Katholiek en dat was geen enkel probleem.
We woonden 6 à 7 huizen van de kerk en de binding met de kerk was goed. We gingen naar de Katholieke school en ik heb er een heerlijke jeugd gehad.
Kostschool
Mijn moeder was geen huisvrouw en zij vond dat meisjes goed onderwijs moesten hebben. Vanaf ons 12de jaar gingen de meisjes naar kostschool. De jongens volgden het gewone onderwijs. Ik ging naar de Middelbare Meisjes School (afgekort MMS) op het St. Ursulalyceum in Roermond. Ik ging met mijn oudere zus mee met de trein. Toen kwam ik al met de trein door Joppe heen! Ik vond het leuk, maar mijn zus had heimwee en huilde tot Zwolle, daarna was het bij haar ook over. Ik heb een leuke tijd gehad bij de Ursulinen.
We hadden ook op zaterdag school, behalve eens per maand niet, dan gingen de meeste kinderen een weekend naar huis, maar wij niet, we woonden te ver weg. Alleen met de zomervakantie, herfstvakantie, Kerst, Pasen en moeders verjaardag (rond Pinksteren) gingen we naar huis.
Ik vind eigenlijk dat ik daardoor een ruimere blik heb gekregen.
In Leiden heb ik de R.K.-opleiding voor huishoudlerares gevolgd. Ik heb de akte N12 behaald, dat staat voor Nijverheidsonderwijs met de vakken koken en huishoudkunde. Voor de stage ben ik naar Veendam gegaan. Na de opleiding heb ik twee jaar gewerkt en ben in 1966 met Bernard getrouwd, die ik in Leiden heb ontmoet.
Puck
Puck vertelt dat ze een prater is, maar ze is niet extrovert, eerder nadenkend, meegaand en zelfstandig. Mensen kijken tegen me aan en denken dat ik makkelijk ben maar voor mijn gevoel is dat niet zo. Bernard is een sterke en dominante figuur en hierdoor moet ik ook op z’n tijd van mij afbijten, wil ik ook mijn zin doordrijven.
Ik ben ’t niet gewend om over religie en gevoelens te praten maar laat het wel merken. Ik heb er geen woorden voor. Misschien is dat wel Gronings!
Ik doe graag veel dingen, als het maar praktisch is. Ik mag dan ook graag organiseren.
Bijvoorbeeld. Ik ben lid van de tennisclub in Epse en ik wil daar ook graag mijn best voor doen. Ik wil er spelen en zou ik daarna direct weggaan, dan voel ik me geen lid van de vereniging. Ik blijf dan ook even en wil daarmee iets teruggeven, ben bijvoorbeeld ook een paar jaar penningmeester geweest en laat daarmee mijn betrokkenheid zien.
Dat is hetzelfde met de kerk. Ik kan alleen naar de kerk gaan, maar omdat ik er ook iets doe, voel ik me er meer thuis. Ik heb meer lol en zin en voel me er meer bij betrokken. Zodra ik iets kan geven in de zin dat ik iets praktisch kan doen als bijvoorbeeld koffie schenken na de viering, voelt dat voor mij goed.
Puck en Bernard zijn in 1966 getrouwd en ze hebben in vele plaatsen in Nederland gewoond, waarvan de laatste jaren in Epse. Hiervoor waren ze vanwege het werk van Bernard een aantal jaren in Brazilië. Aan de ene kant heeft dat het leven van Puck verrijkt en aan de andere kant mist ze haar roots. Een beetje jaloers kijkt ze dan ook naar haar zus, die haar leven lang in Veendam heeft gewoond en er iedereen kent. Dat is ook wel leuk. Maar Brazilië was super leuk. Ondanks dat Bernard hele dagen weg was ging Puck er op uit. Zoals Puck zegt: “Je moet er van maken, wat er van te maken valt”.
Hobby’s
Puck vindt golfen en tennis leuk. Echter haar grootste hobby zijn haar zeven kleinkinderen. Zij geven haar zoveel vreugde. In de jongste van haar kleinkinderen ziet zij haar eigen overleden dochter Berdhilde terug. Ze zijn allen stuk voor stuk fantastisch.
Puck wil er vooral zelf plezier aan beleven. Twee kleinkinderen mogen er tegelijk zijn om zo de aandacht goed te verdelen en te geven. Ze vindt het heerlijk om samen bezig te zijn. Bijvoorbeeld samen iets bakken of fietsen. Doen ze samen een boodschapje, dan maken ze er een mooi tochtje van door ook langs de speelplaatsen in de omgeving te fietsen, zoals de Joppeschool en de Zevensprong en daar hoort ook een kaarsje opsteken bij Maria in de kerk bij.
Met elk kleinkind maakt Puck een fietstocht van haar eigen huis naar het huis van het kleinkind. Ze nemen een tentje mee en slapen op de camping. Zo zijn ze 2 á 3 dagen onderweg en de kleinkinderen mogen eten en drinken wat ze lekker vinden. Met 6 van haar kleinkinderen heeft ze de fietstocht al gemaakt en dit jaar is de jongste aan de beurt. Daar verheugt Puck zich nu al op.
Haar andere grote hobby is genealogie. Regelmatig ging Puck met haar vader naar het Centraal bureau voor genealogie in Den Haag. Ze heeft de familie Vork onder de loep genomen en dacht snel klaar te zijn vanwege de aparte naam. Dat viel tegen. Ze was er druk mee, want de naam Vork ging terug naar 1731. Het waren seizoenarbeiders in Ter Aar, afkomstig uit Munsterland en één ervan huwde een Hollandse dame.
Wat is je rol in de geloofsgemeenschap?
Puck verzorgt met Janny Engelsman de koffie-ochtend voor ouderen. Ze werkt een ochtend per 14 dagen op het secretariaat van de geloofsgemeenschap en ze is een van de koffiedames die na de viering op zondag de koffie verzorgen. Lekker praktische dingen.
Heb je nog een wens voor de geloofsgemeenschap?
Het zou mooi zijn dat er iets voor de jeugd van de middelbare school te doen is. We zijn goed bezig met de lagere school. Ik weet dat ’t moeilijk is, maar laat het iets praktisch zijn als een koortje. Zo kun je de jeugd erbij betrekken.
Koester de vrijwilligers! En hou zo lang mogelijk elk weekend een viering.
Wat heeft het geloof voor een waarde in je leven? Wie is God voor jou?
Ik was niet boos op God bij het overlijden van onze dochter. Troost heb ik gekregen door andere mensen te ontmoeten, door samen te delen en samen te leven. Dat is geloven voor mij.
Ik had in Brazilië een meisje in huis. Ik vroeg haar wil je naar de kerk. En ondanks dat ze Evangelisch was ging ze met ons mee naar de Katholieke kerk. Het kind was 20 jaar. Super toch.
Heb je een lievelingslied, psalm of gebed en welke is dat?
Ik vind twee basisliederen uit de Gregoriaanse viering erg mooi en dat is het Gloria en het Credo.
Als we dat op de ouderwetse manier zingen en daar bedoel ik mee we zingen alles samen vind ik dat heerlijk. Het samen zingen in een volle kerk is heerlijk.
Wat is je mooiste herinnering aan de kerk?
Het samenzijn met de mensen die me lief zijn zoals met de begrafenis van onze dochter. De volle kerk, het samenzijn en het samen zingen.
Ook het bezoek aan Lourdes op jonge leeftijd heeft best indruk gemaakt. Ik geloof dat ik 13 jaar was en wij gingen met een aantal van onze familie en met een bevriende familie met 3 auto’s op reis. De kinderen sliepen in tenten en de ouderen in een hotel. Zo hebben we eens op het dorpsplein geslapen voor het hotel en in Lourdes was zelfs toen geen camping, we hadden onze tenten opgezet aan het meer bij Lourdes tussen de geiten. De verscheidenheid aan mensen, bruine paters, s’avonds de processie en de kapel met de relikwieën hebben indruk gemaakt.
In Brazilië ben ik een dagje mee geweest naar de geboorteplaats van het meisje dat bij ons in huis woonde. Ze vroeg vrij voor een religieuze dag omdat op die dag alles wat nieuw was of wat je had aangeschaft werd gezegend door de pastoor. Dit had de pastoor bedacht en hierdoor floreerde het dorp. Dit was voor mij een bijzondere ervaring.
Wat is je favoriete kerk, plek, in of rondom de kerk?
Ik ben gewend aan deze kerk. Het is klein en de sfeer is fijn. Onze kerk heeft mijn voorkeur. Als ik het vergelijk met de grote kerk in Veendam dan voelt zo’n kerk met weinig mensen gauw leeg. Dat valt hier gelukkig mee.
Een gedroomde tafel van 4, jij bent gastvrouw. Wie nodig je uit?
Zeer vlot komt Puck met het antwoord dat ze heel graag met haar drie kinderen samen wil zijn. En natuurlijk mag Bernard daarbij niet ontbreken. Puck: “Ik zou ze allen heel graag weer bij elkaar willen hebben. Het is misschien nostalgie. Het zou wel leuk zijn!”
Welke levensles wil je met ons delen?
Wees gelukkig met wat je hebt. Dat drijft mij. Blijf gelukkig met wat je hebt en met je leven.
Ben je bang voor de dood?
Ik ben er niet bang voor. Alleen ik vind ’t wel heel jammer. En praktisch, ik ben nog niet klaar. Ik heb nog een heleboel te doen.
Ik was eens met mijn vader bij een oudere zus van mijn vader op bezoek. We spraken over doodgaan en toen zei mijn tante “Ik heb nog geen tijd om dood te gaan”. Ik voel dat ook zo.
Wat ontroert je?
Iets wat mij treft. Ze moeten ook niet aan mijn kinderen of Bernard komen. Ik heb alles redelijk onder controle, denk ik. Echter toen onze dochter was overleden had ik niet alles meer onder controle. Zelfs bij het zingen van kerstliederen kan ik huilen. Het brengt mij van slag.
Onlangs nog… We hadden een ballonvaart cadeau gekregen en de ballonvaart zou op Hemelvaart plaatsvinden. Samen met onze oudste dochter en oudste kleinkind zouden we gaan varen. Helaas ging dat niet door vanwege te veel wind. Nu had mijn dochter Kristel een taart gebakken met daarop de tekst ’50 jaar getrouwd’. Ze kwam samen met de kleinkinderen op volgorde van groot naar klein en ballonnen in hun hand binnen gelopen. Heel feestelijk en ontroerend en we mochten een mooi cadeau ‘een golfweekend’ in ontvangst nemen.
In de zomervakantie gaan we samen met de kinderen en kleinkinderen een weekje weg om ons 50 jarig huwelijk te vieren. Een lieve zus waar we zeer goed contact mee hebben gaat ook mee.
Heb je een vraag gemist of wil je nog iets meegeven?
Nee, ik heb niets gemist.
Aan wie geef je het stokje door?
Ik geef van harte het stokje door aan Marijke Heeren, omdat ik haar een heel bewonderenswaardige vrouw vind. Ik heb haar leren kennen door onze gezamenlijke interesse voor de Portugese taal en daarna kwam ik haar hier in Joppe tegen.