‘Eigenliefde en de hebzucht zijn de grote kwalen van deze tijd en de diepste oorzaken van de oorlog.’
Uit ‘Vrede en vredelievendheid’; De rede die Titus Brandsma hield voor de Vredesbond in de Bergkerk in Deventer op 11 november 1931

“Wil men de oorlog voorkomen, dan zal het nodig zijn dat de maatschappij zich anders instelt.
Er moet een gezondere geest komen in het maatschappelijk leven, gedacht worden aan een meer positieve vredesinstelling in het maatschappelijk leven om daardoor de oorlog in zijn kiem te smoren.
Waar nu de politiek van de onderscheiden landen zo goed als geheel door het eigenbelang wordt beheerst en bij de onderhandelingen niemand een duimbreed wijkt dan alleen wanneer hij er voordeel voor zichzelf in ziet, daar moet eraan gedacht worden dat de samenleving slechts dan tot bloei kan komen, als men niet tevreden is, met de ander geen nadeel te doen, maar men de samenleving begrijpt als het middel om elkaar diensten te bewijzen en door uitwisseling van diensten gezamenlijk vooruit te komen.
Laten we ons niet al te egocentrisch opsluiten in onszelf en ons blindstaren op het louter eigenbelang, maar beseffen dat we tot roeping hebben en daarin een groot geluk voor ons bestaat, dat we anderen gelukking kunnen maken.
De eigenliefde en de hebzucht zijn de grote kwalen van deze tijd en de diepste oorzaken van de oorlog. Daartegen moeten wij stelling nemen. Dus alleen kunnen wij vruchtbaar vredeswerk verrichten.”