Probeer
in de stilte van het gebed
te luisteren
naar het antwoord van Jezus:
“Kom en zie !”
(Paus Johannes Paulus II)

Kardinaal Franciscus Xaverius Nguyen Van Thuan (1928-2002) leefde 13 jaar in gevangenschap. In 1975 werd hij vlak voor de machtsovername door de communisten, door paus Paulus VI benoemd tot aartsbisschop coadjutor van Saigon (Vietnam). Drie maanden na zijn benoeming werd hij gevangen genomen. Van de 13 jaar zou hij negen jaar in eenzame opsluiting doorbrengen.
Bidden
Na zijn vrijlating vragen mensen hem: “Monseigneur, in de gevangenis had u zeker veel tijd om te bidden.” Maar dat was voor de kardinaal niet zo eenvoudig als misschien gedacht. Hij zegt: “De Heer liet toe dat ik al mijn zwakheid, lichamelijk en geestelijk, voelde. In de gevangenis gaat de tijd maar heel langzaam voorbij, vooral als je eenzaam opgesloten zit. Er waren dagen dat ik zo uitgeput was en ziek, dat ik geen enkel gebed kon bidden!”
Het verhaal over de oude Jim
De kardinaal herinnert zich een verhaal over de oude Jim en vertelt:
‘Iedere dag om twaalf uur ging Jim naar de kerk. Hij bleef hooguit twee minuten en ging dan weer. De koster was benieuwd waarom hij dat deed en op een dag hield hij Jim staande en vroeg hem:
- Waarom kom je hier elke dag?
- Ik kom om te bidden.
- Hoe kan dat nu! Wat kun je nu in twee minuten bidden?
- Ik ben maar een domme, oude man. Ik bid tot God op mijn eigen manier.
- Wat zeg je dan?
- Ik zeg: “Jezus, hier ben ik, U weet wel, Jim.” En dan ga ik weer.
Jaren gingen voorbij. Tenslotte werd Jim zo oud en ziek dat hij in het armenziekenhuis moest worden opgenomen. Al snel bleek dat Jim spoedig zou sterven. De priester en de religieuze die naast zijn bed stonden, vroegen hem:
- Zeg eens, Jim, hoe komt het dat alles hier veel beter gaat, sinds jij hier gekomen bent? De mensen zijn tevredener en gelukkiger.
- Ik weet het niet. Toen ik nog kon lopen, ging ik zo hier en daar naar toe, ik maakte bij iedereen een praatje en zei iedereen gedag. Nu ik in bed moet blijven, roep ik ze bij mij, ik maak ze aan het lachen, ik maak ze vrolijk. Bij Jim zijn ze altijd gelukkig.
- Maar waarom ben je gelukkig?
- Als jullie elke dag bezoek krijgen, zou je toch ook gelukkig zijn?
- Natuurlijk, maar wie komt er dan bij je op bezoek? We hebben nog nooit iemand bij je gezien.
- Toen ik hier op de afdeling kwam, heb ik om twee stoelen gevraagd: één voor u en één voor mijn gast, zie je wel?
- Maar wie is dan je gast?
- Dat is Jezus. Vroeger ging ik naar de kerk om Hem te bezoeken, nu ik dat niet meer kan, komt Jezus om twaalf uur bij mij.
- En wat zegt Jezus dan tegen je?
- Hij zegt: “Jim, hier ben Ik, je weet wel, Jezus!”
Vlak voor Jim stierf, glimlachte hij en wees met zijn hand naar de stoel naast zijn bed, alsof hij iemand uitnodigde te gaan zitten. Toen glimlachte hij opnieuw en sloot zijn ogen.’
De kardinaal zegt: “Als ik geen kracht had om zelfs maar mijn gewone gebeden te verrichten, dan zei ik ook maar: “Jezus, hier ben ik, U weet wel, Franciscus.” Dan was ik gelukkig en getroost en ik voelde dat Jezus antwoordde: “Franciscus, hier ben Ik, je weet wel, Jezus.”
De kardinaal hield van korte, eenvoudige gebeden uit het evangelie.
Bron: Vijf broden en twee vissen ‘Het getuigenis van een bisschop’, door Mgr. Franciscus Xaverius Nguyen van Thuan
Kerkportaal
Het kerkportaal is dagelijks open en in het Godshuis er is altijd iemand die op u wacht.
