Pater John Auping’s commentaar op de zondagmis-lezingen van
Tijdens het bezoek van pater John Auping SJ uit Mexico – opgegroeid in Joppe – in september 2018 aan onze geloofsgemeenschap om met ons het 150-jarig jubileumfeest te vieren is het idee geboren contact met elkaar te houden. We mochten 36 prachtige uitgebreide overwegingen ontvangen van pater Auping maar we gaan verder in een nieuwe vorm. Bij gelegenheid van een presentiële Mis zal pater Auping zijn commentaar gewijd aan de lezingen van de betreffende zondag met ons delen. Wij zijn pater Auping zeer erkentelijk voor zijn inspirerende woorden en wensen u veel devotie bij het lezen.
zondag 25 juli 2021.
De heilige Mis is op zaterdag 24 juli om 19:00 uur.
Voorganger is pastor J. Baneke.
Klik hier voor Een Gids voor het mediteren op het Evangelie door pater Auping
Eén Heer, één geloof, één hoop”

Lezingen van zondag 25 juli 2021: ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR (B)
Eerste lezing: Uit het tweede boek Koningen, 4, 42-44.
In die dagen kwam er iemand uit Baäl-Salisa. In zijn tas bracht hij voor de man Gods als eerstelingen twintig gerstebroden en wat vers koren mee. Elisa zei: Geef dit te eten aan de mannen. Zijn dienaar antwoordde: Hoe kan ik dat nu voorzetten aan honderd man? Maar hij herhaalde: Geef het de mannen te eten. Want zo spreekt de Heer: Zij zullen eten en overhouden. Nu zette hij het de mannen voor. Zij aten en hielden nog over zoals de Heer gezegd had.
Psalm
Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.
De ogen van allen zien hoopvol naar U,
Gij geeft hun te rechter tijd spijs.
Gij opent uw hand voor alles wat leeft,
voldoet aan al hun verlangens.
De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen,
en heilig in al wat Hij doet.
Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept,
voor elk die oprecht tot Hem bidt.
Tweede lezing: Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van
Efeze, 4, 1-6.
Broeders en zusters, ik, de gevangene in de Heer, vraag u met aandrang: leidt een leven dat beantwoordt aan de roeping die gij van God ontvangen hebt, in alle deemoed en zachtheid, in lankmoedigheid, liefdevol elkaar verdragend. Beijvert u de eenheid des Geestes te behouden door de band van de vrede: één Lichaam en één Geest, zoals gij ook geroepen zijt tot een en dezelfde hoop, waarvoor Gods roeping borg staat. Eén Heer, één geloof, één hoop. Eén God, en Vader van allen, die is boven allen, en met allen, en in allen.
Alleluia: Ef. 1, 17-18.
Alleluia. De Vader van onze Heer Jezus Christus verlichte ons innerlijk oog. Alleluia.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes, 6, 1-15.
In die tijd begaf Jezus zich naar de overkant van het meer van Galilea, bij Tiberias. Een grote menigte volgde Hem, omdat zij de tekenen zagen die Hij aan de zieken deed. Jezus ging de berg op en zette zich daar met zijn leerlingen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden. Toen Jezus zijn ogen opsloeg en zag dat er een grote menigte naar Hem toekwam, vroeg Hij aan Filippus: Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten? – Dit zeide Hij om hen op de proef te stellen, want zelf wist Hij wel wat Hij ging doen. – Filippus antwoordde Hem: Wil ieder ook maar een klein stukje krijgen, dan is voor tweehonderd denariën brood nog te weinig. Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, merkte op: Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal? Jezus echter zei: Laat de mensen gaan zitten. Er was daar namelijk veel gras. Zij gingen dan zitten; het aantal mannen bedroeg ongeveer vijfduizend. Toen nam Jezus de broden en na het dankgebed gesproken te hebben, liet Hij ze uitdelen onder de mensen die daar zaten, alsmede de vissen, zoveel men maar wilde. Toen ze verzadigd waren, zei Hij tot zijn leerlingen: Haalt nu de overgebleven brokken op om niets verloren te laten gaan. Zij haalden ze op en vulden van de vijf gerstebroden twaalf manden met brokken, welke door de mensen na het eten overgelaten waren. Toen de mensen het teken zagen dat Hij had gedaan, zeiden ze: Dit is stellig de profeet die in de wereld moet komen. Daar Jezus begreep dat zij zich van Hem meester wilden maken om Hem mee te voeren en tot koning uit te roepen, trok Hij zich weer in het gebergte terug, geheel alleen.
Kort commentaar door Pater John Auping
Zowel Elisa als Jezus doen het wonder van de broodvermenigvuldiging. De evangelist Johannes heeft echter de bedoeling te onderstrepen dat het wonder van Jezus (vijf broden voor vijduizend mannen, met vrouwen en kinderen) groter is dan dat van Elisa (twintig broden voor honderd mannen).
Wat doen wij nu, vandaag, met dit wonder? U hebt geen gebrek aan brood, dus u hebt dit wonder niet nodig. In het algemeen, wat doen wij nu, vandaag, met het Evangelie?
Volgen mij, is de meest exacte definitie van het evangelie die van John Tolkien (1872-1973), literatuur professor van Oxford van 1925 tot 1959. Wij kennen hem dankzij de door hem geschapen mythe The Lord of the Rings waar een driedelige film van gemaakt is, die velen van ons gezien hebben. Volgens Tolkien, een expert in mythes, is de functie van de mythe het tot uitdrukking brengen van diepe waarheden over de menselijke existentie. In die zin is ook het evangelie een mythe. Maar in tegenstelling tot de mythen die geen historische basis hebben, is het evangelie een mythe geschreven door God in de historische feiten van het leven van Jezus van Nazareth. Het evangelie is een uniek literair genre, tegelijk een mythe die ons de diepe betekenis openbaart van ons eigen leven, en een ware geschiedenis, met de feiten van het leven, de dood en de verrijzenis van Jezus van Nazaret (1). Het evangelie is de parabel van God de Vader. Nadat Tolkien op, een goede avond in september 1931, zijn definitie aan zijn sceptische vriend Clive Lewis (1898-1963) uitlegde, bekeerde Lewis zich tot het christendom en schreef later een essay over deze kwestie (2) , en ook andere, heel diepgaande boeken over het christendom (3) .
Om deze reden leent het evangelie zich er toe dat u zichzelf er in kan herkennen, want het is het verhaal van uw leven, symbolisch uitgedrukt in de feiten van Jezus’ leven.
We kunnen dus nu de vraag herformuleren: wat betekent het wonder van de
broodvermenigvuldiging nu voor mijn leven?
De broodvermenigvuldiging is een symbolische representatie van hoe u met Gods hulp onoverkomelijke moeilijkheden kunt overkomen.
Het gaat om een situatie waar u geen uitweg ziet. Jezus stelt uw geloof op de proef:
“Hij vroeg aan Filippus: Hoe moeten wij brood kopen om deze mensen te laten eten? Dit zeide Hij om hen op de proef te stellen”. Dan zegt Andreas: “Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen, maar wat betekent dat voor zo’n aantal?”
Dat is ook wat u zegt als u voor onoverkomelijke moeilijkheden staat, dat u niet voldoende middelen hebt om dit probleem op te lossen of dit levensdoel te bereiken.
Maar dit zijn de menselijke berekeningen. Gods goedheid en almacht transformeren de menselijke ontoereikendheid in god-menselijke toereikendheid. Hij voegt iets toe aan die vijf gerstebroden en twee vissen, zodat het gecombineerd met wat u doet, genoeg is om het probleem waar u mee worstelt te overkomen. Dat neemt niet weg dat u moet doen wat u kunt. U moet die vijf gerstebroden en twee vissen op tafel zetten, al weet u dat het radicaal onvoldoende is om vijfduizend mannen te eten te geven. Gods hulp mag geen voorwendsel zijn voor mijn luiheid. En tegelijk mag de ontoereikendheid van mijn inspanningen geen voorwendsel zijn voor moedeloosheid, die haar wortels heeft in een gebrek aan geloof.
Wat is het nou in uw leven waarvan u zo graag zou willen dat het echt zou gebeuren, maar waarvan u gewoon niet kunt geloven dat het er echt van kan komen, gezien uw gebreken en/of ongunstige omstandigheden? Als u in dat dode punt in uw leven in contact treedt met Jezus, door uw geloof dat bergen verzet, zal Hij het waar maken, want “voor God is alles mogelijk” (Matteüs 19,26). En als het er dan van komt, kunt u van blijdschap met de psalmist zingen:
“Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.
Het geloof vraagt dat wij de situatie niet alleen vanuit ons menselijk gezichtspunt inschatten, maar ook en vooral vanuit Gods gezichtspunt. Hij ziet mogelijkheden waar u die menselijkerwijs gesproken niet ziet, want voor God is alles mogelijk. Als we nu allemaal zo geloven, wordt waar wat de heilige Paulus zegt in zijn brief aan de christenen van Efeze: “Eén Heer, één geloof, één hoop”.
Dit gebed is geen manipulatie van God. Het gaat om het geloof van de kleine, van de nederige mens. De arrogante mens die God iets wil afdwingen, krijgt niets. En omgekeerd, God weerstaat het geloof van de kleine niet, in zijn goedheid kan Hij hem niets weigeren. Op mysterieuze wijze heeft Hij zijn wil gegeven aan het geloof van de kleine, om te doen wat die Hem vraagt, en op even mysterieuze wijze heeft Hij zijn macht gegeven aan het geloof van de kleine, zodat die kan bereiken wat menselijkerwijs gesproken onmogelijk lijkt. Op mysterieuze zijn die kleinen dus heel machtig.
Er is nog een andere manier waarop de broodvermenigvuldiging in uw leven werkelijkheid kan worden. Het gaat er nu niet meer om dat u God bidt u te helpen uw doeleinden te bereiken, alle moeilijkheden overwinnend, maar dat u Hem vraagt dat u Hem mag helpen om zijn doeleinden te bereiken, dat zijn Rijk moge komen. Het is nu niet meer zo dat u God vraagt u te helpen in uw levensproject ̶ wat Hij in zijn goedheid zeker zal doen ̶ , maar nu gaat het er om dat u God helpt, in zijn verlossingsplan. Dit tweede gebed is van uw kant edelmoediger dan het eerste. God laat zich niet in edelmoedigheid overtreffen, zodat Hij u niet alleen de genade geeft Hem te mogen helpen, met alles wat dat inhoudt, maar tegelijk u zal helpen al uw andere verlangens te vervullen. Hij zelf zegt dat zo: “zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden” (Matteüs 6,33).
Gods verlossingsplan is de vermenigvuldiging van liefdes daden, een exponentiële kettingreactie van de liefde. Elke liefdesdaad motiveert andere liefdesdaden, en elk van die andere liefdesdaden motiveert weer nieuwe liefdesdaden. Op die wijze wordt het brood van de liefde in deze wereld vermenigvuldigd, dertig, zestig en honderdvoud.
1 Zie Joseph Pierce, Tolkien, Man and Myth, 1998, blz. 57-60.
2 C. S. Lewis, “Myth Became Fact”, in: God in the Dock. Essays on Theology and Ethics, Fontana, 1979.
3 C. S. Lewis, Letters of C. S. Lewis; Mere Christianity; Miracles; Surprised by Joy; The Chronicles of
Narnia; The Four Loves; The Great Divorce; The Problem of Pain; The Screwtape Letters.