De sterren waren mijn vrienden. Els is het baken.
Harry was al jong vertrouwd met de zee want vader nam hem mee naar het strand en de haven. De liefde voor de zee groeide en hij werd stuurman en gezagvoerder op de grote handelsvaart. Later werd hij Noordzeeloods. De rust zocht hij op in een kerk of bracht een bezoek aan het kerkhof want alleen een stad bezoeken vond hij niet genoeg. Het piano spelen is nooit helemaal weggeweest en ook nu speelt het een grote rol in zijn leven. Dagelijks wordt er minimaal een half uurtje gespeeld.
De ziel van onze kerk wordt gevormd door mooie en bijzondere mensen, die ieder op zich zo verweven zijn met onze kerk dat ze er om zo te zeggen de levende stenen van zijn. In de rubriek Ontmoet maakt u kennis met een persoon uit onze geloofsgemeenschap Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming. Wat verbindt hen met Joppe en wat doet het geloof met hen. Vervolgens wordt hen gevraagd het stokje aan een ander door te geven en dat gebaar verbindt ons met elkaar.
Ik ben welkom bij Harry en Els in Gorssel. De koffie staat klaar en het verhaal ligt uitgeschreven op tafel, maar ik wil graag dat Harry vertelt. Geleidelijk aan laat hij het papier los en komen we in gesprek over het leven van voor de oorlog, in de oorlog en na de oorlog. Dat hij tot deze indeling is gekomen komt omdat na de oorlog hij zichzelf heeft ontwikkeld door studie, zijn baan en als muzikant achter de piano en orgel.
Voor de oorlog
Eens vertelde ik mijn kleinzoon, ‘Ik ben van vóór de oorlog’. Weliswaar zijn er geen spectaculaire dingen gebeurd maar ik herinner me wel dat ik naar de kleuterschool ging bij de nonnetjes. De bewaarschool behoorde bij de parochie. Daarna ging ik naar de katholieke lagere jongensschool, ook behorend bij de parochie in Den Haag.
In de oorlog
Mam, waarom huil je?
De eerste kennismaking met de oorlog was gedenkwaardig want moeder zat op 10 mei 1940 huilend aan de radio. Ik vroeg haar, “Mam, waarom huil je?”. Waarop ze antwoordde dat Duitse soldaten ons land waren binnengevallen. We hebben oorlog. 14 mei 1940 liep ik op straat en ik zag in de verte grote zwarte rookwolken. Vader zei later, “Die rotmoffen hebben Rotterdam gebombardeerd”. En ik zag voor het eerst Duitse soldaten die waren gelegerd in de Gereformeerde school.
De doop
Mijn ouders hadden een gemengd huwelijk. Moeders was van katholieke huize, niet kerk gaand en vader was hervormd. Hij was zeer gesteld op dominee Lugtigheid. Ik ben enig kind en geboren in 1934 maar ben toen niet gedoopt. Dat gebeurde pas in 1941 in de Allerheiligst Sacramentskerk aan de Sportlaan, in mijn parochiekerk te Den Haag. Het was tante Jo, mijn peettante uit Warmond die me optilde bij het hoge doopvont. Dat ik toen pas gedoopt ben heeft mogelijk te maken met de ernst van de oorlog. Mijn moeder heeft er voor gezorgd dat ik gedoopt werd en dat ik naar de R.K.-school ging waar vader volledig achter stond. Mijn vader luisterde graag naar het gregoriaans en bracht me toen ik 6 á 7 jaar was vaak naar de kerk. Het was een milde man maar het ergerde hem als mensen te laat in de Mis kwamen of er voortijdig weer vertrokken.
Pianoles
Vader speelde met 1 vinger piano, het gevoel zat er in. Ik kreeg pianoles en dat was een hele luxe. Ik heb in mijn jeugd 6 jaar lang pianoles (klassieke muziek) gehad. Ik heb hier heel veel aan gehad tot op de dag van vandaag.
Stress
Tijdens de oorlog was er veel stress door de diverse oorlogshandelingen en later de voedselschaarste. Ook hadden mijn ouders de zorg voor drie onderduikers. We hadden een luik in de vloer en daar overheen lag een gangloper. Bij razzia’s moesten de drie bovenbewoners, Scheveningse vissers, met een touw naar beneden en doken onder het luik. Voor hen lagen er matrassen op de zandgrond onder het huis. We zijn de oorlog goed doorgekomen. Vader, die werkte bij het bureau voor statistiek, nu het CBS, was gelukkig aangesteld bij de centrale gaarkeuken en met soms extra porties eten of soep uit de gaarkeuken zijn we door de oorlogsjaren heen gekomen. Ik moest het doen met 4 boterhammen per dag. Alles was op de bon. Ik heb 1 keer bloembollen gegeten maar dat vond ik vreselijk. We hadden ook suikerbietenkoekjes.
Het was spannend toen de V1 en V2 over ons heen kwamen. Samen met mijn vader zijn we eens net de dans ontsprongen. Ik liep namelijk met vader op straat en er kwam een V2 al rondtollend naar beneden. Ik zei: “We gaan dood!” Maar papa zei: “Die buigt misschien wel af.” Inderdaad, die dook de zee in.
Spergebied
Ik heb heel bewust de ontruiming en afbraak van gebouwen en huizen meegemaakt. Ook het mooie Rode Kruis ziekenhuis moest wijken voor de aanleg van de tankgracht als onderdeel van de Atlantikwall. In niet-officieelspergebied heb ik met een Duitser gepraat en hij was best aardig. Mooi was de voedseldropping van de Engelsen. Ze gooiden helaas soms verkeerd en het spul kwam in een mijnenveld terecht. Met drie jongens hebben we een paar blikken kunnen oppikken. Een Duitse soldaat schreeuwde: “Idioten, kommt zurück!”. Maar het is goed gegaan. Helaas werd het voedsel ingepikt.
In het spergebied lagen de kerk en school waardoor we moesten uitwijken naar een winkelstraat in Den Haag alwaar de heer Vroom een grote meubel- en beddenzaak had. Hij was zo genereus om zijn zaak op zondagen beschikbaar te stellen voor de vrome zaak.Wij gingen dus daar ter kerke. Voor de school moest ik uitwijken naar de meisjesschool aan de Braamstraat, voormalige parochie H. Familie, waar de jongens apart zaten. Het spelen op de speelplaats was gemengd. En dat vonden wij leuk! We trokken meisjes aan hun paardenstaart en mogelijk was dat het eerste contact met Els geweest.
Na de oorlog
Studie
Na de oorlog kwam van studeren niet veel terecht. Ik neigde de boeken onder de matten te schuiven. Nu hadden mijn ouders kennissen en hun zoon was broeder bij de Orde Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in het pensionaat St. Louis te Amersfoort. Daar kon ik volgens de broeder goed onderwijs krijgen en zo ben ik er 4 jaar geweest. Ik heb er MULO-A succesvol afgesloten. Het was meer dan goed onderwijs en ik had er al wiskunde. In 1950 zou ik op een kantoor gaan werken. Dat bleek echter geen succes en ben ik verder gegaan met een dagopleiding aan de MULO-B.
Ik kwam in contact met een scheepswerktuigkundige die bij de Holland Amerika lijn voer. Hij nam me mee naar zijn schip als dat binnen lag in Rotterdam. Dat heeft mijn gevoel met de zee versterkt. Ik ging namelijk vóór de oorlog regelmatig met vader naar de zee en de haven en door hem werd de binding met de zee vergroot. Vervolgens ben ik naar de Hogere Zeevaartschool in Scheveningen gegaan voor de opleiding Stuurman Grote Handelsvaart (SGH). In 1954 heb ik de opleiding afgerond.
Werk
Als 20-jarige knul ben ik gaan varen als stuurmansleerling bij een scheepvaartmaatschappij die o.a. voer met passagiersschepen op Zuid Afrika. Om ervaring te krijgen heb ik op veel stukgoedschepen gevaren om diploma’s (3e, 2e en 1e Rang) te halen en met uiteindelijk de bevoegdheid als Gezagvoerder op de Grote Handelsvaart. In 1985 ben ik bevorderd tot gezagvoerder bij Nedlloyd. In 1991 ben ik met pensioen gegaan. Ik heb dit werk mogen doen omdat ik een vrouw heb, die thuis alles goed kon regelen. Els zei: “Als je happy bent in je beroep, ben ik ’t ook!”.
Na mijn pensioen in 1991, ik was toen 57 ben ik een jaar thuis geweest en heb ik mijn huis en het huis van mijn buurman geschilderd. En toen, geheel onverwachts, kwam daar de mogelijkheid om als Noordzeeloods te gaan varen. Ik moest daarvoor wel eerst enkele maanden in de boeken duiken om examen te doen voor het Rijkscertificaat. Deze job heb ik bijna 10 jaar gedaan. Alvorens te varen op veelal zeer grote schepen en deze door het Kanaal en de Noordzee te loodsen, moest ik wel veel reizen, o.a. naar Cherbourg, Le Havre, Bremerhaven, Gothenburg. Het was een drukke maar fijne baan en hij kwam als geroepen na het beëindigen van een 37-jarige loopbaan bij Nedlloyd.
Mooie reizen
Tijdens de 10 jaren vóór mijn pensioen is Els een paar keer mee geweest. Onze mooiste reis was toch wel de reis van Hongkong naar Nieuw Zeeland. Ik was blij dat ze mee kon en haar kon laten zien en beleven wat het was om op reis en op zee te zijn. Ook de reis met Els naar Centraal Amerika en San Francisco was heerlijk. We hadden veel tijd om ook samen ergens naar toe te gaan.
Slechtste reis
De ‘slechtste’ reis beschrijft Harry als de reizen waarin dramatische beslissingen genomen moesten worden, bijvoorbeeld veroorzaakt door de woeste elementen van de natuur, zoals een tyfoon. Dan moest er soms gevlucht worden uit een haven. Als enige man, liep hij te ijsberen op de brug wat er moest worden gedaan; vertrekken of toch blijven. Adviezen konden ingewonnen worden, maar de beslissing lag bij Harry. Zonder noemenswaardige schade is het Harry altijd gelukt te overleven.
Maar de zee, die elk uur anders is, biedt ook prachtige zonsondergangen en daar heeft Harry dan ook intens van genoten.
Gezin
Harry en Els zijn 3 september 1958 getrouwd. Het gezin is in 1962 verblijd met een dochter Annemieke en in 1964 met een zoon Robert. Door tijdig verlof aan te vragen en in combinatie met studie was Harry bij elke geboorte aanwezig. Ook hebben ze drie prachtige kleinzonen.
Na 8 jaar in Den Haag te hebben gewoond diende zich de gelegenheid zich voor via het Bouwfonds Nederlandse Gemeente grond te kopen in Gorssel. Dat heeft Els gedaan! Ze hebben eerst aan de Eikensingel gewoond en daarna op hun huidige locatie tot volle tevredenheid. Als kerkbezoeker kwamen ze in ’t kerkje in Joppe. Ter gelegenheid van het jubileum van pastoor Sloot in 1979 vroegen ze zangers en daarvoor heeft Harry zich aangeboden. Op het moment van de uitvoering was hij echter op zee. Maar hij is tot op de dag vandaag lid gebleven. Zodra hij na 3-4 maanden terug was van zee pakte hij de muzikale draad weer op. Dat kon omdat hij voldoende muzikaal was opgeleid.
Muziek
Het was Ad van Noije die Harry belde en waarvoor Harry hem nog steedsdankbaar is, met de vraag of hij pianist wilde worden bij het Brugkoor uit Schalkhaar. Zo is Harry na een korte proefperiode daar bijna 16 jaarpianist en later organist geweest. Door dat Harry aanvankelijk ook nog steeds gevraagd werd als loods en soms verstek moest laten gaan was het Els die Harry de vraag stelde: “Wat wil je nou, varen of muziek maken?” Aangezien Harry de 65 was gepasseerd lag de muziekkeus erg voor de hand.
In 1992 vroeg men Harry of hij op ’t orgel in Joppe wilde spelen bij een uitvaart. De reactie van Harry was dat hij geen orgel kon spelen. “Dat leer je wel even”, was het antwoord. Harry is er mee begonnen, heeft veel geoefend en nog steeds vindt hij het prettig om te doen.
Hoe heb je je geloof ervaren tijdens de vele zeereizen?
Het geloof is een deel van mijn leven. Ik ben veel alleen op de brug geweest en was daardoor heel solitair. De sterren waren mijn vrienden. Ik heb me vaak afgevraagd Hoe gaat ’t daar boven? Waar houdt die ruimte op?
Maar ik voelde me ook bevoorrecht om dit werk te mogen doen want ik zag ook veel ellende en onrecht in veel plaatsen in de wereld en dacht, moet dat zo hier?
Zodra ik de gelegenheid had ging ik naar een kerk en stak er een kaarsje op of bezocht ik kerkhoven van Japan tot Nieuw Zeeland. Vooral in grote steden zocht ik de rust op. Ik kon goed alleen zijn en wandelde vaak alleen door de stad.
Zo kwam ik als loods ook vaak in Cherbourg waar ik graag de Kathedraal mocht bezoeken, ging luisteren naar de organist zo vlak voor de viering en bezocht ik het kerkhof. Dat lag hoog gelegen buiten Cherbourg. Ik kon er even zitten bij het graf met de naam erop van Mette. Zij werd maar 6 jaar. Die naam deed me iets. Vanuit dat punt op het kerkhof bij het graf van Mette keek ik naar de haven beneden mij. Toen dacht ik wat is het toch een typische wereld! Bestaat er een God? Zou het anders zijn als we allemaal Humanisten zijn?
Het mooie was,ik werd er niet gestoord. Zo mag ik ook graag bij de IJssel zijn en er gewoon een half uurtje staan kijken en turen.
Voel jij je in ’t leven ook een loods?
Ik ben onrustig van aard, erg kritisch en ik kan me gauw ergeren. Ik wil dat mensen goed werk afleveren en als ’t niet goed gaat, doet me dat pijn. Ik heb veel jongeren op de vloot goed mogen begeleiden door persoonlijk contact en met veel begrip voor wat er is. Met 4 maanden op een schip weet je de nukken van de ander. Je zit in een wachtensysteem en met de hiërarchie aan boord, terwijl alles moet blijven draaien want het schip moet van A naar B én het moet vooral op tijd zijn.
Wat is je band met de kerk?
Ik ben een belijdend Katholiek en ik verwacht dat er hierna wel wat is. Dat is het geloof en daar geloof ik in. Ik ben heel blij dat we het Joppekerkje hebben. Ik wens dat we de kerk kunnen behouden.
Wat is bidden voor jou?
“Zingen is dubbel bidden”, zegt Harry en natuurlijk wordt er gebeden. Ook hij heeft geleerd om te bidden op de knieën ondanks dat mijn ouders een gemengd huwelijk hadden. Een oude tante was belijdend katholiek en zij heeft Harry mede geholpen om een nette Katholieke jongen te zijn. Hij kon goed met haar. En als ’t een keertje wat tegen zat was zij het met een opbeurend woordje. Als er een goede kerkdienst is en er is mooi gezongen, doet het Harry goed.
Wat is je rol binnen de geloofsgemeenschap?
Ik ben bas in ’t koor en tweede organist. Breng ook 18 parochieboekjes rond hier in de buurt.
Heb je een lievelingslied?
Bij gelegenheid van het 60 jarig huwelijksfeest van koningin Elizabeth en prins Philip werd er in de kerkdienst het lied gezongen The Lord Bless You And Keep You, van John Rutter. Het is gewoon prachtig. Harry heeft de muziek aangepast voor pianobegeleiding en het wordt door het koor in Schalkhaar gezongen.
Welke levensles wil je met ons delen?
Ik vind dat je altijd correct moet blijven. Als mensen gemeen zijn, onbetrouwbaar zijn, kan ik me daar behoorlijk over opwinden. Ik wil dat iedereen eerlijk is en respect heeft voor elkaar.
Hoe kijk je tegen de dood aan?
Ik zie helaas mensen om me heen wegvallen. Paar maanden geleden Pim Jutte. En eerder mijn zangmaatjes Joop Bles en Ton van Koppen. Het zijn nu lege plekken en dat doet zeer. Ik ben 83 en ons zijn calamiteiten bespaardgebleven. Ik ben dan ook dankbaar. We hebben ’tgoed gehad zowel materieel als anderszins. We zijn samen en de kinderen zijn op hun plek.
Heb je een vraag gemist of wil je nog iets kwijt?
Ik heb respect en waardering voor alle mensen die zich moeiteloos inzetten voor het behoud van de Joppekerk. Ik wens dat we vanuit deze kerk begraven mogen worden.
Aan wie zou je het stokje willen doorgeven?
Aan Germaine Wijnands – van der Lande omdat zij het was die op mijn verzoek heel vriendelijk en positief reageerde om verder te kunnen gaan met Ontmoet. Ik ben haar daar zeer erkentelijk voor. Het is “een Goede Zaak”, waarmee wij bezig zijn!
Robert van Bruinessen zegt
Heel erg leuk verhaal van/over mijn vader Harry. Ik hoor zelfs dingen die ik nog niet (helemaal) wist!
Anneke de jOng zegt
Anneke de Jong Reijke is verbaasd. Goed verhaal, zo ken ik mijn zwager niet. Hij was dan ook vaak weg. Schoonzus uit Drenthe.