Tijdens het bezoek van pater John Auping SJ uit Mexico – opgegroeid in Joppe – in september 2018 aan onze geloofsgemeenschap om met ons het 150-jarig jubileumfeest te vieren is het idee geboren contact met elkaar te houden. We mochten 36 prachtige uitgebreide overwegingen ontvangen van pater Auping maar we gaan verder in een nieuwe vorm. Bij gelegenheid van een presentiële Mis zal pater Auping zijn commentaar gewijd aan de lezingen van de betreffende zondag met ons delen. Wij zijn pater Auping zeer erkentelijk voor zijn inspirerende woorden en wensen u veel devotie bij het lezen.
Klik hier voor Een Gids voor het mediteren op het Evangelie door pater Auping
Pater John Auping’s commentaar op de lezingen van de zondag bij gelegenheid van de vervroegde Nachtmis dat gevierd wordt op vrijdag 24 december 2021, 15:30 uur.
Voorgangers zijn pastor F. Zandbelt en diaken Th. ten Bruin.
Kerstmis 2021

Eerste lezing: Jesaja 9, 1-3. 5-6
Het volk dat wandelt in de duisternis
ziet een helder licht;
een glans straalt over hen,
die wonen in het land van de dood.
Gij hebt hun blijdschap vermeerderd,
hun vreugde vergroot.
Voor uw aanschijn zijn zij vrolijk
als mensen, die opgewekt zijn bij de oogst,
of jubelen bij het verdelen van de buit.
Want het juk dat zwaar op hem drukt,
het blok dat ligt op zijn nek,
en de stok van zijn drijver,
hebt gij stuk gebroken als in de dagen van Midjan.
Want een kind is ons geboren,
een Zoon werd ons geschonken;
Hem wordt de macht op de schouders gelegd
en men noemt Hem:
Wonderbare Raadsman,
Goddelijke Held,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.
Een grote macht en een onbeperkte welvaart
zullen toevallen aan Davids troon
en aan zijn koninkrijk,
zodat het gegrondvest zal zijn
en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid
van nu af tot in eeuwigheid.
De ijver van de Heer der hemelse machten brengt het tot stand
Tussenzang: Psalm 96 (95), 1-2a, 2b-3, 11-12, 13
Refrein:
Heden is ons een Redder geboren, Christus de Heer.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zingt voor de Heer, alle landen.
Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam,
verkondigt zijn heil alle dagen.
Meldt aan de naties zijn heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde,
de zee neuriet mee met al wat daar leeft;
De velden zwaaien met al hun gewassen,
de woudreuzen buigen hun kruin.
Zij juichen de Heer toe, omdat Hij komt,
Hij komt als koning der aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren,
de volkeren eerlijk en trouw.
Tweede lezing: Titus 2,11-14
Dierbare, de genade van God,
bron van heil voor alle mensen,
is op aarde verschenen.
Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken
en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop,
de openbaring van de heerlijkheid
van onze grote God en Heiland, Christus Jezus.
Hij heeft zichzelf voor ons gegeven,
om ons van alle ongerechtigheid te verlossen
en ons te maken tot zijn eigen volk,
gereinigd van zonde,
vol ijver voor alle goeds.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
Vers voor het Evangelie: Lc 2, 10-11
Alleluia.
Ik verkondig u een vreugdevolle boodschap:
Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer.
Alleluia.

Evangelie: Lucas 2, 1-14
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus,
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret,
naar Judea: naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde, die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven,
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een Zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders,
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren,
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
“Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap,
die bestemd is voor heel het volk.
Heden is u een Redder geboren,
Christus, de Heer,
in de stad van David.
En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare;
zij verheerlijkten God met de woorden:
“Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”
Kort commentaar van Pater John Auping
Hoe God wel en hoe Hij niet ingrijpt in de mensengeschiedenis
Het kerstverhaal volgens Lucas is duidelijk in twee delen verdeeld. Het eerste deel (vers 1-7), van Nazareth tot en met de geboorte van Maria’s eerstgeborene, staat, paradoxaal genoeg, in het teken van de troosteloze ervaring van Gods niet-interventie in de menselijke geschiedenis. Het tweede deel (vers 8-20) staat in het teken van de troostrijke boodschap van de engelen aan de herders, en van de herders aan Maria en Jozef.
God doet niets om te verhinderen dat de hoogmoedige Romeinse keizer zijn onderdanen telt, om te weten hoeveel belastingen hij kan innen. God doet ook niets om het harde hart van de herbergiers tot medelijden te bewegen wanneer zij weigeren een zwangere vrouw, die op het punt staat een zoon te baren, een kamer te geven. Na een weeklang durende reis van 100 kilometers, 2000 meter stijgend, van Nazaret tot het gebergte van Betlehem, in de felle kou van de december winter, moesten ze in het open veld iets zoeken en improviseren, waar Maria’s kind geboren kan worden.
Dit is typisch voor Gods manier om in de mensengeschiedenis in te grijpen. Hij heeft de macht, maar gebruikt die niet om zijn wil op te leggen aan hen die aan Hem geen boodschap hebben. Hij respecteert de vrijheid van de mensen om Hem en zijn liefde te ignoreren. Soms kunnnen mensen over die niet-interventie van God in de geschiedenis gedesilusioneerd of zelfs boos worden.
Toch is juist Jezus’ geboorte het begin van Gods ingrijpen in de geschiedenis! Gods houding ten opzichte van de mensengeschiedenis is heel subtiel. Hij laat de geschiedenis haar loop, “hands off”, maar integreert de gevolgen van veel goddeloze gebeurtenissen, die Hij voorziet, in de constructie van zijn eigen verhaal van verlossing. Hij voorzag de volkstelling van de Romeinse keizer, en Hij voorzag dat Maria en Jozef in Betlehem geregisteerd moesten worden. Omdat in zijn plan het belangrijk was dat Jezus in Betlehem geboren werd, stuurde hij de engel Gabriel naar Maria, negen maande vóórdat de volkstelling plaatsvond. Omdat het in zijn plan belangrijk was dat Jezus in armoede geboren zou worden, liet Hij toe dat de herbergiers geen plaats hadden voor Maria en Jozef in hun herberg.
Gods voorzienigheid maakt gebruik van de gevolgen van goddeloze gebeurtenissen van de menselijke geschiedenis en integreert die in zijn eigen verlossingsverhaal, geschreven in de marge van de officiele mensengeschiedenis, en zo begint dan Gods verhaal van de verlossing van de mensheid. Het begint klein, en het duurt lang, maar tenslotte zien we dan toch Gods overwinning in de mensengeschiedenis. In het jaar 314, toen al meer dan de helft van de mensen in het Romeinse rijk christen waren, liet de Romeinse keizer zich dopen in de katholieke kerk en werd het christendom de officiële godsdienst.
De heilsgeschiedenis die God schrijft begint heel klein, en het zijn kleine mensen die vrijwillig ja zeggen op zijn uitnodiging daarin deel te hebben, die het Hem mogelijk maken die geschiedens tot een goed einde te bengen. Met volledig respect voor onze vrije wil, nodigt Hij ons uit en wacht op onze vrijwillige medewerking. Zo zien we hoe Maria vrijwillig ja zegt op Gods uitnodiging de moeder te worden van Jezus: “mij geschiede naar uw woord” (Lucas 1,38). En zo zien we hoe Jozef vrijwillig ingaat op Gods uitnodiging zijn vrouw die zwanger is, maar niet van hem, tot zich te nemen en niet te verstoten (Matteüs 1,24). En beiden aanvaarden vrijwillig de harde omstandigheden van de reis naar Betlehem en de geboorte van Jezus. Zij zijn trouw aan Gods initiatieven, ook als het moeilijk wordt, te midden van troosteloze omstandigheden.
Zo is het ook met Gods initiatieven en beloften in ons eigen leven: als we trouw, geduldig, constant en vastbesloten zijn in de perioden van verlatenheid, helpen we mee aan de geschiedenis van de verlossing van de mensheid.
De aankondiging van de engelen aan de herders
In de eerste helft van het geboorteverhaal was alles pure troosteloosheid, maar met verkondiging van de engel aan de herders, en van de herders aan Maria en Jozef, is nu alles glorie, licht en bijdschap: “ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk. Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David.” (Lucas 2, 10-11).
De engel, God zelf, is zo vol van vreugde dat die vreugde op de herders overslaat. Degene die zich het meest, en als eerste zich verheugd heeft over de geboorte van Jezus is God zelf, buiten zichelf van blijdschap dat Hij dit voor ons mensen kan doen. Zozeer heeft Hij ons lief! Als iemand zo blij is over iets waar hij vol van is, kan hij het niet voor zich houden, en moet anderen deelgenoot maken van zijn blijdschap. Dat is wat God doet met de herders.
De heilige Paulus is diep doorgedrongen in het mysterie van de geboorte van de Verlosser. Volgens hem, betekent de geboorte van God als mens, uit een vrouw, de geboorte van ons mensen als zonen en dochters van God, uit de Heilige Geest:
“Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, opdat wij de rang van zonen zouden krijgen. En het bewijs dat ge zonen zijt: Hij heeft de Geest van zijn zoon in ons hart gezonden, die roept ‘Abba’, Vader… De vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, en ingetogenheid” (Galaten 4,4-6 en 5,22).
Het ‘heden’ van de verlossing
Het ‘heden’ van de geboorte van de Verlosser blijft in het evangelie resoneren. Iedere keer opnieuw komt dat ‘heden’ terug, in daden van verlossing. Het ‘heden’ van de verlossing houdt nooit op (Lucas 2,11; 4,21; 5,26; 19,9; 23,43):
Bij zijn bezoek aan Nazareth, kondigt Jezus aan dat ‘het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt, heden in vervulling is gegaan‘.” (Lucas 4,17-21).
Als Jezus de verlamde zijn zonden vergeeft en hem het gebruik van zijn benen teruggeeft, zeggen de omstanders dat ze heden getuigen zijn van Gods verlossing: “Iedereen stond er versteld van en ze verheerlijkten God; vol ontzag zeiden zij: ‘Wij zijn heden van ongehoorde dingen getuigen geweest’,” (Lucas 5,26).
Wanneer Zacheus zich bekeert en aan Jezus belooft van nu af aan de armen te helpen, zegt Jezus dat heden de verlossing dit huis heeft bereikt: “Maar Zacheüs trad op de Heer toe en sprak: ‘Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen; en als ik iemand iets afgeperst heb, geef ik het hem vierdubbel terug.’ Jezus sprak tot hem: ‘Heden is dit huis heil ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is immers gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was’.” (Lucas 19,8-10).
En op het kruis kondigt Jezus aan de goede moordenaar aan dat heden zijn verlossing een feit zal zijn: “En Jezus sprak tot hem: ‘Voorwaar, Ik zeg u: Heden nog zult gij met Mij zijn in het paradijs’.” (Lucas 23, 43).
Wij kunnen dit heden van Gods verlossings daden in ons eigen leven herkennen. Op welke momenten van mijn leven heb ik die goddelijke verlossings daden ervaren? Het is goed een en ander zorgvuldig te herinneren, er je tijd voor te nemen. Dat brengt je tot gevoelens van dankbaarheid jegens God, en die dankbare herkenning helpt je om de hoop niet te verliezen, de volgende keer dat je door de omstandigheden van het leven op de proef wordt gesteld.
